Een plek voor rouwarbeid

Kunstenaarstweeling deufert + plischke over hun ‘directory’ trilogie

Sarma 9 Nov 2005Dutch

item doc

Contextual note
Dit interview werd geschreven in opdracht van De Morgen maar is niet verschenen. Het artikel dat op 9 november 2005 in De Morgen verscheen onder de titel 'Een plek voor rouwarbeid' was een samentrekking van enkele fragmenten uit het interview en enkele fragmenten uit de recensie 'Luisteren naar herinneringen', dat elders op deze Sarma beschikbaar is. Aangezien de sterk ingekorte en herwerkte versie het werk van de krantenredactie was, is deze tekst niet op Sarma te vinden.

Sinds hun ontmoeting ruim vier jaar geleden gaan de Duitse theaterwetenschapper en performer Kattrin Deufert en de choreograaf Thomas Plischke door het leven als kunstenaarstweeling. In hun werk vormen Europa en Sysiphus een fictieve tweeling, twee figuren en mythes die ook vandaag nog herinneringen opwekken en verhalen voortbrengen. In de trilogie directory treffen beide tweelingen elkaar en vinden de thema’s die deufert + plischke bezighouden een poëtische vorm: verlies, rouw, melancholie, schoonheid en gender. Een gesprek, waarin de kunstenaarstweeling met één stem spreekt.

“In de tweelinggedachte schuilen voor ons illegale momenten. Door de mythische figuren Europa en Sysiphus te koppelen als een tweeling schend je hun genealogie. Je geeft een draai aan de overlevering van de bekende verhalen en dus ook aan het sociale theater waarin deze mythes al vele eeuwen werkzaam zijn. Een verhaal verzinnen betekent dat je ook nadenkt over je eigen positie en genealogie, je eigen taal, kleren en gebaren.”

deufert + plischke vervolgen: “Het beeld van de tweeling gaat dus ook over onze eigen genealogie en is geschikt voor de communicatie van ons werk. Eerst noemden we onszelf een homo- en lesbisch koppel, dan broer en zus, en dan was er plots de tweeling, met incest als de enige mogelijkheid om onze relatie te beschrijven, voorbij het normatieve idee van een ‘koppel’. In de mythologie en de cultuurgeschiedenis heeft de tweeling niet die sterke genderinslag; meestal gaat het om twee mannen of vrouwen, denk aan Castor en Pollux.”

Vanwaar Europa en Sysiphus?

“Het zijn mythes die ons vóór onze ontmoeting al bezighielden als een soort alterego’s. Toen we gingen samenwerken kwam de vraag op wat ze met elkaar te maken hebben. Wat beide mythes verbindt zijn de thema’s herhaling en territorium. Plaats en het verlies van plaats. Bij Europa gaat het om ontvoering, verkrachting en het benoemen van het land. Ze had een verschrikkelijk leven, maar het is ook een vrouw met een krachtige stem, die vandaag haar naam geeft aan een continent en een gemeenschap. Sysiphus leeft in een ruimte die nooit verandert, telkens weer die ene rots op de helling. Sysiphus is een mannelijke figuur zonder geschiedenis, met een eeuwig leven en dus een dood die zich nooit voltrekt. Beide mythes behoren tot de klassieke humanistische canon maar zetten die tegelijk ook onder spanning.”

Op welke manier?

“We gebruiken mythes om verhalen te vertellen, waarbij een reliëf zichtbaar wordt van dingen die verteld worden en dingen die achterwege gelaten worden of taboe zijn. Sommige zaken laten we daarbij graag in het midden, het gaat niet om gebreken en mogelijkheden, evenmin om dingen die al dan niet waar gebeurd zijn. Verkrachting is niet langer een feit maar een herinnering en een verhaal. Van zodra je de benoeming opschort kan er een rouwproces op gang komen. Dat wekt soms verwarring en frustratie op bij het publiek, maar tegelijk kunnen traditionele verwachtingen omtrent seksuele identiteit getest, veranderd en heruitgevonden worden, ze krijgen via de verbeelding een plek die niet langer een afgebakend territorium is.”

Verlies, rouw, herinnering, melancholie: jullie werk lijkt steeds rond die termen te cirkelen.

directory 2: songs of love and war is doordrongen van kalmte en rust omdat we voor het eerst werkelijk een plaats hebben gevonden. Toen we elkaar ontmoetten in maart 2001 ontstond de behoefte om herinneringen uit te wisselen, niet enkel om privéredenen maar ook als basis voor ons werk, voor een aanhoudend proces van formuleren en herformuleren. En dan uiteindelijk die herinneringen te delen met andere luisteraars. Soms krijgen we het verwijt dat we aan therapie doen op scène om met onze trauma’s te kunnen omgaan, maar daarom draait het niet echt. De centrale vraag is altijd breder geweest: hoe een plek voor rouw en verwerkingsarbeid creëren?”

“In Duitsland zijn er talrijke monumenten en gedenktekens, maar die zijn uiteindelijk vooraal een sociaal gebaar dat mensen ontslaat van hun herinneringsarbeid en dus weinig verandert. Duitsers hebben bijvoorbeeld een erg geësthetiseerd beeld van de tweede wereldoorlog, een dat door televisie en beeldcultuur is gevormd en geen ruimte laat voor verwerking. We willen de esthetica van de herinnering niet vanuit een vast standpunt beleven. Er zijn zoveel onopgeloste herinneringen, niet enkel wat betreft de oorlog, zeker ook inzake seksualiteit en rollenpatronen.”

Kan dans die vastgeroeste herinneringen weer in beweging zetten?

“Het delen van herinneringen en verhalen doen me vaak nadenken over pijn. Een pijnervaring kan je helemaal in beslag nemen en toch kun je die niet delen. Gaat dat ook op voor verhalen? Voor geschiedenis? Voor mij gaat dans heel erg over hoe je lichaam op de bühne een onderwerp wordt, wat een sterk bewustzijn oproept over je relatie tot beelden. Training speelt daarin een belangrijke rol, omdat je daarin met culturele en normatieve opvattingen over anatomie aan de haal gaat: anatomie als een machinerie die een lichaam tot lichaam maakt, maar ook tot beeld en tot persoon. Hoe kun je op dit punt alert blijven? Hoe kun je met choreografie de gestelde orde van het lichaam op het spel zetten?”

Schoonheid riskeren, zoals jullie motto luidt?

“Schoonheid met schoonheid riskeren, werk met werk riskeren. Het risico houdt de belofte van poëzie in en het gevaar van hermetisme. Maar er is ook de rust en de kalmte, onvermijdelijk doortrokken van melancholie.”