Slappe romantiek

Sasha Waltz met 'Impromptus' in deSingel

Sarma 12 May 2005Dutch

item doc

Contextual note
Deze recensie werd geschreven vlak na de voorstellingen van Sasha Waltz in deSingel in Antwerpen op 10 en 11 mei 2005 in opdracht van de krant De Morgen, maar is tot dusver nog niet verschenen.

Terwijl talrijke ‘vrije’ choreografen in Duitsland met veel moeite en weinig middelen aan de weg timmeren, heeft Sasha Waltz altijd bewust het institutionele gedeelte van het danslandschap bespeeld met werk voor de grote zaal, wat haar een snelle carrière en een sterrenstatus opleverde. Onlangs trok ze zich terug als directielid van de Schaubühne am Lehniner Platz in Berlijn om zich meer op haar eigen werk te kunnen toeleggen en maakte ze met Dido and Aeneas haar operadebuut in de Staatsoper. Met die torenhoge ambities, zichtbaarheid en een goede receptie bij een traditioneel publiek, heeft Waltz’ werk echter artistiek geen gelijke tred gehouden. Wie meent dat Waltz de nieuwe Bausch of Forsythe is, vergist zich schromelijk: ze is Europa’s meest overschatte choreografe. In deSingel maakte ze die titel waar met het kleinschalige Impromptus, een draak van een voorstelling.

De korte, spontane vorm van Schuberts Impromptus speelt Waltz aanvankelijk uit in een reeks choreografieën voor zeven dansers die sterk van opbouw en karakter verschillen. Van angulaire, ritmische bewegingssequensen over een loopchoreografie in cirkels tot robotachtige unisono’s. Terugkerende momenten zijn verstilde, meditatieve momenten waarbij de dansers voor zich uit schouwen. Elders stolt de beweging in tableaus en grillige clusters van lichamen die Waltz’ handelsmerk zijn geworden.

Echt inventief zijn die composities en interacties niet, waardoor de vraag naar hun noodzaak na verloop van tijd steeds sterker wordt. Het is de eerste keer dat Waltz zich aan het klassieke repertoire waagt, en inderdaad valt het op dat haar dans erg onwennig omgaat met Schuberts muziek. Vormelijk blijft het allemaal erg vlak, te weinig precies om te kunnen boeien of te treffen in zijn schoonheid. En ja, wie wil kan in de duetten motieven van toenadering en verwijdering lezen, maar daarmee zijn ze nog geen spiegel van het leven.

Dan maar dramaturgie als reddingsmiddel om een en ander op te laden met het melancholische levensgevoel van de romantiek. Er zijn Impromptus en liederen van Schubert, verder refereren dans en decor ook aan de mystieke landschappen van de romantische schilder Caspar David Friedrich – ijsschotsen en schouwende mensen. Zonder treffende vorm en persoonlijke betrokkenheid verworden Sehnsucht, verlangen, onbereikbaarheid en eenzaamheid echter tot banale thema’s, flauw-poëtisch, vrijblijvend en leeg. En als de inspiratie helemaal op is, voeren de zeven dansers nog een soort ritueel op waarbij ze zich volkladden met rode en zwarte pigmenten en water over elkaars voeten gieten.

Wat wil Sasha Waltz ons eigenlijk vertellen? Denkt ze nu echt persoonlijke gevoelens aan te spreken met zoveel vormflauwte en pseudo-diepzinnig gedoe? Zelfs als anachronisme heeft de romantiek er nog nooit zo slap bijgehangen, en van een dynamische omgang met de Duitse traditie van de Ausdruckstanz kun je al evenmin spreken. Neen, met dit werk kunnen we echt de eenentwintigste eeuw niet in.