Van schrijven en dansen

Nieuwe versie van Thomas Lehmens ‘Schreibstück’ in Kaaitheater, Monty en Vooruit

De Morgen 21 Oct 2004Dutch

item doc

Letterlijk genomen, betekent ‘choreografie’ het schrijven van beweging. De moderne dans zocht decennialang naar een emancipatie van de beweging uit zijn voorschriften en culturele carcan. Om uiteindelijk als een discursieve praktijk toch weer die ‘tekst’ (en ‘context’) expliciet te omarmen op kritische wijze. De Berlijnse choreograaf Thomas Lehmen brengt in het project Schreibstück (2002) beide momenten weer samen. Hij schreef een sterk conceptueel opgevatte partituur in boekvorm, met instructies en grafieken betreffende tijd, ruimte en actie. Vervolgens nodigde hij drie choreografen uit om een versie te creëren, die door negen dansers gelijktijdig worden uitgevoerd volgens een canonstructuur. Kaaitheater, Monty en Vooruit sloegen de handen in elkaar voor de productie van een nieuwe versie door Jonathan Burrows, Hooman Sharifi en het driemanschap Christine de Smedt-Mette Edvardsen-Mårten Spångberg.

De toeschouwer is niet op de hoogte van de partituur, al geven de drie choreografen in het programma wel toelichting bij hun interpretatie ervan. Hooman Sharifi benadert Schreibstück als een theaterstuk, en nam de nodige vrijheid bij het inkorten, uitrekken en schrappen van scènes, aan de hand van de vraag: “Welke verhaallijn trachten de titels van de scènes (disco, fucking, working, dying, personal philosophy, thinking, love story, waiting en watching) te creëren?”. Christine de Smedt en co nemen expliciet dans als perspectief: “Hoe kunnen we als groep werken aan de artistieke onderneming van iemand anders?” Jonathan Burrows tenslotte blijft dicht bij de score en bewapende zijn dansers met een chronometer, wat de helderheid van de voorstelling ten goede komt.

Het duurt een tijdje voor je weet uit te vissen wat er allemaal gaande is, maar Schreibstück draait al snel rond een interessante paradox: hoewel alles nauwkeurig voorgeschreven is, is de interpretatie behoorlijk abstract en verzetten de bewegingen zich tegen een snelle lectuur. Daardoor treden negen dansers op de voorgrond met hun afwisselend slimme, vermakelijke, stugge of sierlijke poses en interventies. Het totaalbeeld is er een van choreografen die strijden met de materie, in een poging antwoorden te formuleren op de partituur van Lehmen.

Afgezien van wat oppervlakkig kijkplezier, heb je als toeschouwer echter nauwelijks toegang tot de complexe wereld die op scène wordt ontvouwd. Daar schuilt een probleem, Schreibstück omvat niet alleen veel lagen, het valt letterlijk uiteen: de partituur, de interpretatie ervan, het werkproces van de choreografen, de mentale wereld van de toeschouwer, dat alles loopt naast elkaar door. Wellicht speelt het interessantste aspect zich helemaal naast de voorstelling af: confrontaties tussen producenten, discussies tussen de kunstenaars over auteurschap. Lehmen mag met Schreibstück dan wel al die lagen aanspreken, als toeschouwer sta je erbuiten, omdat een en ander niet samenkomt in het theater als communicatieruimte. Maar wie weet: Schreibstück is experimenteel werk dat van avond tot avond wordt bijgestuurd, misschien eindigt een aantal facetten uiteindelijk toch nog in tastbare vorm op de scène zelf.