Scrabble op de scène

Jérôme Bel creëert ‘The Show Must Go On 2’ in Kaaitheater

De Morgen 16 Oct 2004Dutch

item doc

Contextual note
Dit is de originele auteursversie van de recensie die sterk ingekort in de krant De Morgen verscheen.

Waarom gaan we in godsnaam nog altijd naar het theater? Die vraag houdt Bel in zijn gehele oeuvre bezig, maar in The Show Must Go On 2 tracht hij een en ander zo simpel mogelijk op te vatten. Theater dus, als medium, als concept en als inzet, en dat kan met weinig middelen: gordijnen en spots, twee performers, toeschouwers en zestien bordjes met letters erop: The Show Must Go On 2.

Met die letterbordjes construeert Bel een hele voorstelling, ze leiden de narratieve opbouw en fungeren tegelijk als decor of rekwisiet. Door nieuwe lettercombinaties definieert Bel eerst minimaal de identiteit van performers en theatergangers (me, men, women), waarbij hij telkens de nieuw gevormde woorden langdurig contempleert. Plots verschijnt er ‘show’ en roept Bel een performer op scène: Frédéric Seguette, die eveneens de woorden in zich opzuigt en er vervolgens gestalte aan geeft. Zo volgt een hilarische actiescène, waarbij granaten in het rond vliegen, stuntmannen van flatgebouwen duiken of in de metersdiepe kloof tussen podium en toeschouwers vallen, compleet met geweld en emoties. En de show moet verder, dus volgt nog een hete seksscène. En wanneer het moeilijk wordt (though), nog wat gedachten (thoughts), tot het echt wel genoeg is geweest (enough). Een complete voorstelling, netjes gedicteerd door een reeks letters.

Dat alles in onvervalste Bel-stijl: sober, grappig en scherpzinnig, speels en toch beheerst tot in de details. Aandoenlijk is de verhouding tussen de auteur Bel en zijn fetisjperformer Seguette: de eerste geraakt bijna in vervoering bij het aanschouwen van dat andere lichaam, dat zijn ideeën met zoveel precisie en transparantie weet uit te voeren. Vraag is wat Bel ons wil vertellen met The Show Must Go On 2, een voorstelling die tegelijk kaalslag en hyperconstructie is?

Het theater verschijnt hier uiteindelijk als een lege doos, die we naar eigen goeddunken kunnen opladen – of niet. Waarmee simpelweg de vraag rest waarom we nog naar het theater gaan. In die zin wil Bel tegelijk theater maken en zijn mogelijkheidsvoorwaarden blootleggen, tegelijk spektakel en louter propositie brengen. Op dat punt gebeurt er iets interessants: van kunstenaars verdragen we niet meer dat ze zich als genieën gedragen of hun diepste gevoelens tentoonspreiden op scène, maar wat als die eis wordt teruggekaatst naar de toeschouwer? Als toeschouwers niet langer lukraak hun verwachtingen en actuele verlangens kunnen projecteren? Het is een open vraag, maar rond die opschorting van het theater draait The Show Must Go On 2. Precies om duidelijk te maken hoe sterk we gesteld zijn op theater als plek waar we onze fantasma’s de vrije loop kunnen laten: het theater moet verdergaan!

Een waarheid als een koe, maar wel verdomd scherp en helder gebracht. Een nieuwe vorm van theater ontwerpt Bel dus niet, wel verkent hij wat er al is, het mysterie dat erin schuilt of dat we er maar al te graag aan toekennen. En toch, als we theater zoals Bel blijven ontmaskeren als een anachronisme in een potentieel eindeloze reeks zelfreflexieve sequels, dan kunnen we er misschien net zo goed mee ophouden. Van veel mogelijkheidszin getuigt The Show Must Go On 2 immers niet, het toont slechts de cynische waarheid van een wereld die verstrikt zit in de eeuwige herhaling van voorschriften en conventies.