Licht als de vluchtige tijd

Gesprek met choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui over ‘Tempus Fugit’

De Morgen 15 Sep 2004Dutch

item doc

Contextual note
Dit interview verscheen in de krant De Morgen onder de titel 'De helden van Avignon zijn weer thuis.

Door nabuurschap mengen culturen zich, kunnen ze groeien en als voedingsbodem fungeren voor een veelzijdige persoonlijke identiteit. Aan de hand van het thema tijd doorkruist de jonge Marokkaans-Belgische choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui van Les Ballets C de la B in Tempus Fugit verschillende culturen en tijdsvakken op zoek naar verbanden en ontmoetingsruimtes. Gefascineerd door orale tradities verzamelt hij ook liederen uit Zuid-Europa, Centraal-Afrika en de Arabische wereld, onder meer gebracht door Najib Cherradi en Weshm. Met vijftien performers uit alle windstreken kan Tempus Fugit niet anders dan eclectisch danstheater zijn, dat bovendien zoekt naar hoop en lichtheid.

Tijd is natuurlijk een groot thema, dat breed werd geëxploreerd voor de ontwikkeling van ideeën en bewegingsmateriaal, vertelt Sidi Larbi Cherkaoui: “Doorheen de geschiedenis hebben zowat alle culturen zich ingelaten met het verdelen van tijd, om die via conventies op universeel te vatten. Vandaag begrijpt iedereen ‘kwart na zeven’ op dezelfde manier, maar wat betekent dat precies? Waarin vindt ons tijdsbesef zijn oorsprong? Via een wat naïeve zoektocht kwamen we al snel uit bij de beweging van de aarde en de aantrekkingskracht van hemellichamen. Onze norm van tijd houdt verband met gravitatie: die is zelfs tastbaar in de natuurlijke versnelling die optreedt als je je hand laat vallen. Ook rotatie en herhaling zijn interessante bewegingsthema’s die met tijd samenhangen. Daarnaast wijst tijd ook op evolutie, op de beweging waarin het ene in het andere overgaat. De tekeningen van M.C.Escher zijn in dat verband fascinerend: een vis wordt een hagedis wordt een vogel, waarbij ook de omgeving transformeert van water in land en in lucht.”

Normen, evolutie en transformatie: riep dat ook vragen over cultuur en identiteit op?

Cherkaoui: “Dat was een tweede belangrijk onderzoeksspoor. We doken in de persoonlijke geschiedenis van de dansers, onze opvoeding en doctrines, normen en waarden, ideeën over goed en kwaad. Welke evolutie hebben we daarin zelf doorgemaakt? Aangezien we werken met een groep performers van diverse origine, werden we ook geconfronteered met clichématige opvattingen over cultuur en sekse waarbij alles netjes in vakjes is gestopt. Maar zoals in de tekeningen van Escher figuren en kleuren vervloeien, stelt zich ook hier de vraag naar de connecties. Geen enkele cultuur is immers puur, ze bestaat uit een mengelmoes van allerhande tradities en invloeden, en is bovendien constant in beweging. Identiteit kun je daarom ook bekijken als een tussenzone van twee andere elementen. Neem de Arabische cultuur, die zit tussen de Centraal-Afrikaanse en de Zuid-Europese, en ze staan inderdaad ongelooflijk sterk in verband met elkaar.”

Hoe verloopt een creatieproces met vijftien performers uit evenveel culturen?

“Moeizaam. Ik wil met mijn dansers werken als een collectief en dan stuit je soms op tegenstellingen. Iedereen bekijkt de zaken immers anders en dan is het kwestie een balans te vinden tussen een compromis en een gezamenlijke beslissing. Elke vorm van democratie is moeilijk, dat vraagt inzet van iedereen. En toch is dat wat me bezighoudt en het werkproces voedt.”

Vooral tegenstellingen en verschillen lijken ons op te vallen. Is er niet nog een lange weg te gaan voor de multiculturele samenleving?

“Integendeel, we zijn er al. Het probleem is dat we niet beseffen dat we er al zijn. Elke cultuur is zoals gezegd samengesteld, geschiedenis is niet puur. Dat was al zo in de middeleeuwen, dat is zo in de Amerikaanse cultuur: het is vaak een gewelddadige geschiedenis, maar er heeft wel degelijke vermenging plaatsgevonden. Voor mijn persoonlijke geschiedenis gaat dat ook op, ik ben kind van een Vlaamse moeder en een Marokkaanse vader. Maar ieder mens heeft een dubbele identiteit, waarin soms twee rassen samenkomen, maar in ieder geval twee families of twee clans. Zelfs bij Vlaamse families gaat het dus om verschillen. Als je een stamboom opmaakt, tekenen zich duizenden vertakkingen af, en niet één lijn: dan zou je ook geen individuen hebben, maar klonen.”

Hoe vat je die connecties in een dansvoorstelling?

“Ik ben gefascineerd door orale tradities, hoe bijvoorbeeld gezangen worden doorgegeven van generatie op generatie. Tradities worden zo letterlijk via het lichaam doorgegeven, komen samen en evolueren via die weg. Ze worden immers overgenomen met eigen normen en inzichten. Zo zijn we zelf naar Corsica getrokken om daar oude gezangen te studeren. De Arabische muziek heeft Soefi-invloeden en daarom een wat mystieke kant. Uiteindelijk ontdek je veel meer verwantschappen tussen verschillende tradities dan alle herrie op televisie doet geloven. Door orale tradities te volgen kun je ook niet ontkennen wat er allemaal aan jezelf voorafgaat. Kunst gaat voor mij dan ook niet over de obsessie om iets nieuws te doen, wel om evolutie.”

Evolutie doet dromen en maakt utopieën mogelijk.

“In Tempus Fugit zoek ik naar hoop en lichtheid, naar positieve gevoelens, het is niet nodig om de hele tijd de vinger op de wonde te leggen. Overigens is lichtheid niet hetzelfde als oppervlakkigheid, kunst hoeft geen pijn te doen om echt te kunnen raken of diepgravend te zijn. Van utopie gesproken: het is vandaag moeilijker om te glimlachen op scène dan te huilen. Ik moet mezelf soms dwingen om positief te denken, het hoopgevende is onnoemelijk complex.”