In de tijd balanceren

Indische choreografe Padmini Chettur met ‘Solo’ op Kunstenfestival

De Morgen 4 May 2004Dutch

item doc

Na jarenlange scholing in de tradionele Indische dans Bharatanatyam zocht de jonge choreografe Padmini Chettur hedendaagse dansvormen op. Inzet van haar onderzoek is niet aansluiting te zoeken bij de westerse dans, wel om de eigen traditie door te werken en tot moderniteit te drijven. In het sobere Solo is die spanningsverhouding tastbaar, een choreografie die tegelijk schoon en beklemmend is in zijn strakke vormbesef.

De traditionele techniek laat Chettur achter zich, van de gecanoniseerde rigide lichaamshoudingen maakt ze een eigenzinnige versie. Nauwgezette positie en gebaren van handen nemen daarbij wel nog een centrale plaats in: ze vouwt beide handen achter elkaar met gestrekte armen, of plooit ze om haar schouderbladen. Vanuit die gesloten houding ontwikkelt Chettur uitermate traag een enkele figuur, met wiskundige precisie draait ze haar lichaam per kwartslag en begeeft zich stap voor stap door de ruimte rondom. Slechts een minimaal lichtontwerp en een enkele muzikale lijn voor saxofoon of stem begeleiden de dans.

Discipline en inperking zijn ook uitgangspunt van de tweede sekwens: Chettur gaat op haar handen zitten, leunt achterover en balanceert langzaam heen en weer in een horizontaal vlak, geaccentueerd door een lichtrechthoek. Nog minder ruimtelijke ontwikkeling ditmaal, met haar ingetogen verschijning rekt Chettur vooral de tijd, hier en daar verkaveld door een wiegend lichaam.

Door het lage tempo laat elk detail zich uitvoerig bekijken, als kijker moet je deelnemen aan de rituele aandacht die elke pose of beweging vraagt. Ondanks die betrokkenheid en zijn heldere compositie is Solo erg gesloten, of beter zwijgzame formele dans. Hij geeft zijn betekenis niet meteen prijs, is weerbarstig in zijn schoonheid. Dat verzet tegen het toeschouwersverlangen dans al te snel te willen duiden binnen wat voor traditie of context dan ook is de kracht van Solo. Er valt geen virtuoos bewegingsmateriaal te bewonderen, evenmin mystiek of exotisme.

Bescheiden en beperkt in zijn emotionele palet, stug en doordacht, is Chetturs bewegingsonderzoek geenszins vrijblijvend: Solo toont een Indisch lichaam, dansend tussen traditie en moderniteit, eerder specifiek dan tijdloos. Naar het einde wordt de muziek melodischer en nodigt uit tot ritmisch voetenwerk. Zo komt Chettur uiteindelijk tot een meer open vorm, de armen in de ruimte reikend, voorbij de strenge ernst en geslotenheid waarmee ze haar dans aanvatte.