Van zweepjes en tepelklemmen

Felix Ruckert en Raimund Hoghe op Duits dansplatform

De Morgen 19 Feb 2004Dutch

item doc

Contextual note
Deze tekst werd reeds op 8 februari 2004 geschreven en is de originele auteursversie van de recensie die enigszins ingekort in de krant De Morgen verscheen.

Onderzoek rond intimiteit in het theater is de laatste jaren niet minder dan een hype, die onder meer heeft geleid tot private voorstellingen, actieve deelname van de toeschouwer en exploratie van tactiele zintuiglijkheid. De Duitse choreograaf Felix Ruckert houdt zich al geruime tijd onledig met interactieve voorstellingen zoals Ring, waarbij 21 dansers en toeschouwers met woorden en gebaren een lichamelijke dialoog aangaan. In het spraakmakende Secret Service, afgelopen week te zien op het Duitse dansplatform in Tanzhaus NRW Düsseldorf, drijft Ruckert het genre op de spits: liefhebbers kunnen er zelfs hun naakte lichaam laten bewerken met de zweep.

Het begint nochtans onschuldig. Zoals bij de slager neem je een nummertje, waarna je een blad met spelregels krijgt dat een ervaring van ‘beweging, sensualiteit en communicatie’ aankondigt. Op je beurt word je verzocht schoeisel en overbodige kleding uit te trekken, geblinddoekt en binnengeleid in een warme ruimte met atmosferische muziek. Vervolgens gaat een groep dansers ruim een halfuur met je lichaam aan de haal, waarbij je zelf de balans tussen een passieve of meer actieve deelname bepaalt: je ‘wordt gedanst’. De dansers geven massages en strelingen, lopen een eind met je rond, dragen je door de lucht of nodigen uit tot een heuse contactimprovisatie. Het is een complexe en ambigue ervaring die je even laat proeven van een specifiek lichamelijke kennis die dansers eigen is. De ‘opwarming’ van de toeschouwer leidt tot een verhevigde zintuiglijke gewaarwording die ook zou kunnen bijdragen aan reguliere dansvoorstellingen.

Voor de moedigen is er nog een tweede level die draait rond ‘fysieke pijn en onderwerping’, maar ook ‘aanmoediging, tederheid en zelfs lust’. Ditmaal zijn de blinddoekjes van rood fluweel en word je in slip en met geboeide handen binnengeleid in een duister universum. Strelingen worden hier afgewisseld door een behandeling met de karwats of tepelklemmen. De fysieke ervaring verschilt grondig van de eerste level, het rollenspel is echter veel eenduidiger. Wat dit alles binnen het theater oplevert is nog maar de vraag: omdat Ruckert de theatraliteit van het sadomasochisme nauwelijks benut, rest er niet veel meer dan een confrontatie met jezelf die therapeutische trekjes heeft. Los van die context rest weliswaar de lichamelijke gewaarwording, bovendien in nevenschikking met het geslaagde eerste deel. Maar dan nog: ook in de eigen slaapkamer kun je naar hartelust experimenteren.

In het recente Tanzgeschichten van de Duitse theatermaker Raimund Hoghe zijn het bonen die door de lucht vliegen en neerkomen op naakte ruggen. Hoghe introduceert er zijn oeuvre aan de jonge performer Lorenzo De Brabandere, waarmee hij nadien het briljante Sacre creëerde. Beide mannen dolen rond in dromen of verdwalen al kijkend en spelend in het werk van Hoghe zelf. Op een aaneenschakeling van populaire liedjes en klassieke muziek passeren talrijke bekende thema’s de revue: het meten van lichamen, homoseksualiteit, rituelen met gebaren of alledaagse objecten, dood en afwezigheid, herinneringen en ruimtelijke sporen.

De voormalige prima ballerina Ornella Balestra speelt een balletlerares die Hoghe als een kleine jongen in enkele posities plooit. Wat later zal hij de zoom van haar rok spelden of zijn gebochelde lichaam nestelen in de contouren van bonen die ze achterliet met haar virtuoze passen. Intussen danst de Braziliaan Geraldo Si rond als een diva, inclusief wapperende pluimenpruik. Hilarisch is de scène waarbij Hoghe rond het podium marcheert en schreeuwt dat hij een vreselijke hekel heeft aan gillende danseressen op de bühne, dat heeft hij wel gehad tijdens zijn langdurige samenwerking met Pina Bausch.

Tanzgeschichten is een mooie portrettenreeks van enkele dansers, lichtvoetig en melancholisch, maar geen grootse voorstelling. Na ruim tien jaar dezelfde thema’s en procédés te hebben uitgespit, lijkt Hoghe met deze voorstelling afscheid te nemen van die periode. Het liet hem inderdaad toe nieuwe werelden te verkennen in Sacre.