Een broedplaats voor musici

Musiclab: een improviserend platform

Jazz'Halo 1 Oct 2002Dutch

item doc

In de Brusselse gemeente Vorst biedt een verlaten zwembad sedert enkele jaren onderdak aan een kunstenlaboratorium: Les Bains::Connective. Marie-Hélène Elleboudt en Alex Waterman lichten de werking van het Musiclab toe, waarin improvisatie benaderd wordt als ruimte voor ontmoeting, experiment en interdisciplinariteit.

In de jaren dertig werd in de Berthelotstraat een zwembad in art deco-stijl opgetrokken, dat tevens de behoefte aan een openbaar badhuis in de buurt inloste. Sinds 1983 geraakte het zwembad in onbruik en stond geruime tijd leeg tot er in 1989 een sjieke discotheek werd ondergebracht. Het bleek een erg radicale ingreep, met weinig respect voor de oorspronkelijke architectuur, maar evenmin voor de buurt: allochtone jongeren werd de toegang geweigerd, de weekends brachten verkeersoverlast en nachtlawaai met zich mee… nauwelijks een jaar later onstonden er rellen en kwam de gemeente tussen om de zaak weer te sluiten.

Het gebouw verkommerde verder tot Liv Hanne Haugen, Lawrence en Vincent Malstaf er toevallig op stootten op zoek naar een plek in Brussel om een artistiek locatieproject te tonen. Dat bleek een meevaller, waarna ze vrienden optrommelden om zich te bezinnen over een continue werking in het zwembad: het zou een kunstenlaboratorium worden. Na onderhandelingen met de eigenaar kregen ze het gebouw voor een periode van elf jaar ter beschikking in ruil voor renovatie. Het ruimen van puin en dode duiven nam zijn aanvang, deuren en vensters werden geopend: een serieuze arbeid die ook nu nog beetje bij beetje delen van het gebouw ontsluit voor artistieke activiteiten.

De organisatie van Les Bains::Connective wordt gedragen door vrijwilligers, en hoewel sommige projecten subsidies ontvangen, wordt het huis niet structureel betoelaagd (met uitzondering van een halftijdse zakelijke kracht door het SIF). Het laboratorium lijkt tussen heel wat potten te vallen: de inbedding in de buurt maakt het project te sociaal om louter artistiek te zijn, maar het is dan weer te artistiek om door te gaan voor een sociaal-culturele werking, het is geen kunstencentrum, het is niet louter Vlaams en evenmin franstalig… Dit eigenzinnige profiel en gebrek aan financiering van overheidswege leidt wel eens tot problemen met betaling van elektriciteit, verwarming en andere vaste kosten. Voor zijn receptieve activiteiten draait Les Bains::Connective dan ook op uitwisseling: kunstenaars krijgen werkruimte in ruil voor een tegenprestatie zoals hulp bij de renovatie of het maken van vertalingen.

Door projecten in het raam van Brussel 2000 groeide de aandacht van buitenaf voor Les Bains::Connective en kwam er een extra focus op de inhoud en ontwikkeling van het artistieke aspect van het huis. Een actief luik dat met projecten en presentaties ook een publiek karakter heeft complementeert het residentiesysteem. Zo is er een groenproject gericht op de buurt en worden ateliers ingericht met het oog op de creatieve ontwikkeling van kinderen. Naast deze aandacht voor de context reikt de inhoudelijke bandbreedte van beeldende kunst over performance tot het Musiclab, waarover Marie-Hélène Elleboudt en Alex Waterman zich bekommeren.

Kruisbestuiving

Musiclab wil fungeren als een platform, een ontmoetingsruimte voor de improviserende musici die sinds een tijdje overal in het Brusselse opduiken,” vertelt Elleboudt. “Het gaat zowel om mensen met een jazzachtergrond, als muzikanten uit de hedendaagse en elektro-akoestische muziek die eveneens improvisatietechnieken hanteren, zij het op een andere manier. Precies vanuit dat perspectief willen we ook improvisatie bekijken: interdisciplinair, door het stimuleren van kruistbestuivingen tussen scènes die elkaar zelden tegenkomen. Artistieke ontwikkeling van nieuwe ideeën staat daarbij centraal, onze aandacht gaat niet uit naar louter jam sessies of concerten. Eerder zijn we geïnteresseerd in projecten die over een langere termijn lopen, waar ruimte is voor experiment en onderzoek. Residenties in het laboratorium bijvoorbeeld, waar muzikanten in alle rust kunnen werken, al kan een publieksconfrontatie tijdens een toonmoment zeker tot de mogelijkheden behoren.”

Die ideeën krijgen concreet vorm onder verschillende noemers. Zo is er de co-productie met ensemble Q-O2, ‘Abstract Adventures’, die in juni een vervolg krijgt in een samenwerking met pianist Anthony Coleman. Of ‘Rrauw!’, een multimediaal project van drummer Eric Thielemans, met pianist Erik Vermeulen, bassist Barre Phillips en gitarist Jean-Yves Evrard, rond het thema ‘kwaliteiten van stilte’. En dan is er ‘Triple streams’, waarin Elleboudt zich afvraagt “hoe je een bepaald kader kan geven aan drie muzikanten zodat ze verder komen dan een gebruikelijke jam. Aanvankelijk ging ik zelf actief op zoek naar musici en maakte zelf alle keuzes, maar intussen brengen muzikanten steeds vaker zelf mensen aan. Ze vestigen aandacht op het bestaan van Musiclab bij collega’s, zodat we intussen daadwerkelijk een ontmoetingspunt zijn geworden. Onder de mensen die hier reeds werkten tellen we onder meer Ned Rothenberg, Denman Maroney, Arne Van Royen, Didier Casamitjana, Julia Eckhard, Angélique Willkie en Bart Maris. Binnenkort volgen Michael Moore, Wilbert De Joode en Manuela Bucher.”

‘Triple streams’ draait niet zozeer om productie of een resultaatgericht samenbrengen van musici. Mislukking mag daarom geen probleem zijn: het laboratorium lijkt een interessant vehikel voor de ontwikkeling van geïmproviseerde muziek, waarin precies de idee van het falen zo belangrijk is. Die vorm van werken is nog ongebruikelijk, maar slaat bijvoorbeeld aan bij muzikanten die zoveel toeren dat ze nauwelijks ademruimte hebben. Elleboudt: “Saxofonist Eric Sleichim nodigde in zijn projectreeks ‘Antonyms’ voor Brussel 2000 Gerry Hemingway uit voor een samenwerking in Les Bains::Connective. De slagwerker begreep met twee woorden waar het om ging. Hij ging zitten, slaakte een zucht van verlichting en zei: ‘Ah, not having to perform.’ Er werden jonge muzikanten uitgenodigd om te werken rond improvisatie en elektronica, eerst drie strijkers, vervolgens drie blazers en tenslotte drie percussionisten. Niet het optreden stond centraal, maar wel de context voor creatie en het werken zelf. Voor ons is het overigens ook belangrijk om mensen van een uiteenlopend kaliber samen te brengen, of om de residenties van grote muzikanten te combineren met workshops of master classes.”

Levend archief

De Amerikaanse cellist Alex Waterman (die zijn tijd verdeelt tussen Brussel en Amsterdam) geraakte via ‘Triple streams’ verzeild in Les Bains::Connective, en vervoegt sinds kort Elleboudt als organisator van Musiclab. Concreet is hij bezig met de voorbereiding van een informatiecentrum dat online toegankelijk zal zijn en qua principes en vormgeving aansluit bij zijn ‘Sonic Somatic Library’. “Die bibliotheek bestaat uit ‘boeken’ die reflecties zijn op het materiaal dat ze bevatten. Ze drukt een band met het lichaam uit, een bib als een zintuiglijke ruimte. Toegang gebeurt dan ook niet op een voorgeschreven lineaire manier, maar volgens een digitale architectuur en dus uiteenlopende paden,” vertelt Waterman. “Zo zal de databank allerhande materiaal bevatten, zoals beelden en geluid, informatie over muzikanten, ook opnames, en dat alles via het internet beschikbaar. CD’s zijn slechts koud materiaal, terwijl een archief moet leven, het moet als het ware aangeraakt worden. Door interactie kunnen flows ontstaan, sound files van muzikanten opgaan in informatiegehelen die met elkaar verbonden zijn, eigenlijk als een soort virtuele ‘Triple streams’.”

Een ander project in voorbereiding is de ‘Electro-Acoustic Series’, dat sterk afhankelijk is van de beschikbare uitrusting. Waterman legt uit: “Ik plan meerdere componenten, die zich vanuit muziek richting beeldende kunst bewegen: ‘Digital Clics and Samples’, ‘Interfacing the Acoustic’, ‘Machine Music’ en ‘Sound Installation’. Het gaat om confrontaties tussen live elektronica en muzikanten, maar ook om instrumentenbouw, akoestische environments, allerhande zaken waar wetenschappers, uitvinders en weirdo’s zich onledig mee houden. Door nieuwe media in een performance-situatie te brengen, komen vragen aan het oppervlak en kan er werkelijk aan onderzoek gedaan worden, in alle openheid.”