Zomaar lichamen?

Philipp Gehmacher met ‘Mountains are Mountains’ in Vooruit

Sarma 12 Nov 2003Dutch

item doc

Contextual note
Deze recensie werd geschreven voor de krant De Morgen, maar nooit gepubliceerd, wegens plaatsgebrek, te moeilijk en geen aankondigende waarde.

Vorige eeuw deed de abstractie zijn intrede in de kunst, en die heeft ook in de moderne dans sporen nagelaten. Dat blijkt echter een complexe zaak, omdat de narrativiteit van het theater zo hardnekkig is. Als twee mensen toenadering zoeken op scène, worden daar al gauw verhaaltjes in gelezen. Is het echter mogelijk om de formele aspecten van een ontmoeting of aanraking te onderzoeken zonder vrijblijvend te bewegen? Verder zijn er ook altijd lichamen in het geding, en die zijn nooit abstract.

Die problematiek van de abstractie houdt de jonge Oostenrijkse choreograaf Philipp Gehmacher in al zijn voorstellingen tot dusver bezig, ook in het recente groepsstuk Mountains are Mountains, onlangs te gast in Vooruit. Zijn werk heeft affiniteit met dat van Meg Stuart en Boris Charmatz, al evolueert Gehmachers expressionistische bewegingstaal gestadig naar een grotere abstractie. Door een verregaande eliminatie van theatrale middelen komt hij tot een sober, maar ook weerbarstig resultaat, waarin het speuren is naar restjes betekenis.

Om terug te keren naar de ontmoeting: het grootste deel van de voorstelling zoeken de drie mannelijke en twee vrouwelijke dansers geen toenadering, ze zitten opgesloten in hun eigen wereld. Als ze al een groepje vormen, kijken ze allen een andere kant op. Een grote luidspreker ligt als een zesde lichaam elders in de ruimte, waarvan de vreemdheid nog versterkt wordt door de onverstaanbare woordenstroom die er soms uit weerklinkt.

Naast narrativiteit bespoken ook allerhande projecties de verschijning van het dansende lichaam: dat moet er al te vaak jeugdig en harmonisch uitzien. Dat plaatje wil Gehmacher deconstrueren. De dansers staan meestal op beide voeten, maar buigen verkrampt voorover of lijken te krimpen. Hun verschijning wordt langzaam aangetast door nerveuze tics, tot de zwaartekracht zijn deel opeist en de dansers ineenzakken. De minimale bewegingen krijgen zo een sterk fysiek aspect. Af en toe onderstreept het geluidsontwerp dat alles: brokken noise afkomstig van defecte machines.

Een eindeloze reeks van poses en armgebaren bepaalt de choreografische structuur. Doorheen herhalingen worstelen de dansers met de signalen die ze zelf uitsturen. Ze plooien voortdurend terug op zichzelf. Eenzaamheid sluimert ook in de gebaren zelf: die omarmen niet enkel de nabije ruimte, ze maken een leegte zichtbaar die de lichamen van de dansers omhult. Als dansers zich verplaatsen of vlak naast een muur gaan staan, besmet die afwezigheid uiteindelijk de hele ruimte.

Vanuit dat perspectief zijn de toenadering of nabijheid van lichamen aan het einde uitermate geladen, een oplossing bieden ze geenszins. Gehmacher lijkt er inderdaad in te slagen een onmogelijke betekenisruimte te exploreren, of die toch dicht te naderen. Dat heeft een onvermijdelijke keerzijde: Mountains are Mountains is niet enkel een moeilijk stuk, het is ook erg hermetisch en afstandelijk. Het visuele en emotionele palet zijn sterk gereduceerd, voor de kijker is identificatie haast onmogelijk.

Uitwegen voor dit werk dat zoekt naar een zinvolle abstractie zijn niet meteen duidelijk. Maar vrijblijvend is dit radicale onderzoek naar dans, vorm en structuur geenszins. Precies omdat lichamen nooit zomaar lichamen zijn, maar fundamenteel deel uitmaken van onze betekeniswereld. Alvast de vragen die Gehmacher daarover stelt, zijn treffend en pertinent.