Of teenkaas lekker is?

‘Map me’ van Charlotte Vanden Eynde in Vooruit

De Morgen 10 Dec 2003Dutch

item doc

Contextual note
Dit is de originele auteursversie van het artikel dat in de krant De Morgen verscheen.

Enkel het testbeeld en de fluittoon aan het begin markeren een breuk. Nadien vervloeit een reeks videobeelden met naakte lichamen zonder de minste wrijving. Op twee ruggen verschijnen allerhande close-ups van een lichaam: huid op huid, een uitvergrote vingertop, een tepel. Volgens dit principe van videoprojectie op naakte lichamen brengen performancekunstenaars Charlotte Vanden Eynde en Kurt Vandendriessche zichzelf in kaart. Map me, zo luidt de titel.

Twee handen woelen een rug om, als een stuk strand waarin je tekeningen kunt maken. Vanden Eynde verandert in een ladenkast waaruit ondergoed tevoorschijn komt, ze laat zich graag overhoop halen. Waarna ze met een kwinkslag aan de geslachtelijke rollen gaat prutsen: Vandendriessche wordt namelijk in elkaar getimmerd met zaag, hamer en boormachine. Elk lichaam, elk beeld is nauwgezet geconstrueerd en ademt tegelijk een rijke verbeelding.

Als beide performers toenadering zoeken tot elkaar, komen er ook objecten aan te pas. Hij knoopt twee touwtjes aan haar tepels, zij knoopt touwtjes aan zijn penis en balzak. Waarna ze een spelletje spelen, zoals kinderen een spinnenweb tussen hun handen weven. Intussen schuift een felroze kleurvlak over hun lichamen en doet het beeld zwenken. Als de performers zich vervolgens met een schaartje bevrijden, valt op hoe zorgvuldig elk object is uitgekozen, hoe nauwgezet de kleinste handeling wordt uitgevoerd. Map me drijft voor een goed deel op die mengeling van kinderlijke durf en speelse naïviteit, zachte erotiek en dromerige poëzie. Het is allemaal behoorlijk onschadelijk, grotesk worden de maskerades gek genoeg nooit.

Hoewel, na verloop van tijd krijgen de beelden meer pretentie en ontpopt Map me zich tot een schaamteloze lofzang op het lichaam. Niet met taal of een tekensysteem worden de lichamen in kaart gebracht: een grote tong op zoek naar lichaamvochten doet dat werk. Speeksel, urine, teenkaas, opengeknepen puistjes. De tocht naar innerlijke regionen gaat verder via de projectie van gapende lichaamsopeningen op twee naakte ruggen. De hele santenboetiek komt aan bod.

Spanning tussen het beeld en het eigenlijke lichaam is hier ver te zoeken. Is er wel plaats voor de blik in deze intimiteit? Over inscriptie en disciplinering van het lichaam gaat Map me in ieder geval niet. De versmelting met de beelden maakt dat het lichaam letterlijk fungeert als een fantasmatisch projectiescherm: het wil immers een intieme werkelijkheid tonen voorbij die beelden. Aan het einde doen Vanden Eynde en Vandendriessche er nog een stevige portie vitalisme en zwangerschapsretoriek bovenop en ontnemen de kijker elke interpretatieruimte.

Wat wil Vanden Eynde ons nu eigenlijk vertellen? Dat teenkaas best lekker is? Dat seks leuk is? Dat het leven mooi is? Allemaal goed en wel, maar wat vang je daarmee aan op een podium? Vanden Eynde mag dan al met treffende beelden en enige stoutmoedigheid die intieme, vanzelfsprekende omgang met het lichaam ensceneren, doorheen Map me verwasemt uiteindelijk elke ambiguïteit daaromtrent. De beelden hebben geen enkele rand meer, hun betekenis evenmin, waardoor Map me zwelgt in een bedenkelijk discours.