Dansen in het hoge noorden

De Standaard 6 Dec 2002Dutch

item doc

Contextual note
original version of newspaper article

Dat het Noorden wel degelijk een eigen karakter heeft, mocht blijken uit de voorstellingen die de afgelopen twee weken te zien waren tijdens het Nordic Scene festival. Een hysterische choreografie van drie vrouwen op de rand van een zenuwinzinking, een powerfeministisch danstraktaat over het keurslijf van het schoonheidsideaal, en een voorstelling in een geïmproviseerde sauna. Het zijn maar enkele van de fantastische experimenten die de in Brussel neergestreken choreografen en theatermakers op de planken zetten.

Ekka Dance Theatre is een Ijslands gezelschap dat met Eva3 verschillende archetypische vrouwbeelden onderzoekt: de echtgenote, de moeder en het sekssymbool. Hoewel opgebouwd in drie delen, en gebaseerd op een tekst van de Ijslandse theaterauteur Gudmundur Steinson, bleef de choreografie grotendeels steken in de uitzinnige trukendoos van schokkerige lichamen, hees gegrom en onvoorspelbaar gewelddadige uitbarstingen. Danseres Erna Omarsdottir, die eerder al te zien was in het werk van Jan Fabre, en in het bijzonder in de solo “My movements are alone like streetdogs”, trekt hier alle registers open. De danseressen kronkelen over het speelvlak, hun bewegingen gevangen in een opdringerige overdrive. Op het voorplan zijn dan ook vier horizontale draden gespannen, als kon het dierlijke geweld op het podium node in de hand gehouden worden. Tijdens de voorstelling worden appels opgevreten en uitgespuwd, wordt er onbeschaamd naar borsten en kruis gegraaid. Wat je ziet is een wervelende heksenkring van beweging. Vrouwen die zich transformeren tot kwaadaardige waterspuwers. Het is een choreografie die zich ophoudt in één dynamiek: een brutaal, stotend en sensueel bewegingspatroon dat zichzelf tot uitputting drijft.

Even over the top is het Deense gezelschap van Sara Gebran, dat met Body Expired een erg nadrukkelijke kritiek formuleert op de westerse schoonheidsmythe. Twee slanke, en één obese danseres staan naast elkaar op de planken. In zwarte lingerie en dito tutu gaan ze het gevecht aan met fysieke vooroordelen in de dans en de samenleving. Los van het feit dat deze voorstelling zich krampachtig vastpint op een punt dat al lang is gemaakt, blijft de choreografie steken in eindeloze herhalingen. De verwijzingen naar Barbie, anorexia en de consumptiemaatschappij, zijn van een irriterende naïviteit. Wanneer dans zich ophoudt in het middenveld tussen ironie en engagement, blijft er van de choreografische potentie vaak maar weinig meer over. Ook hier was dit het geval. Al vond de gebruikte beeldtaal wel aansluiting bij de trashy slechte smaak van filmmaker John Waters. Naast de maatschappelijke stellingnames stonden de persoonlijke getuigenissen. De tienerervaring van een meisje voor de spiegel, de met lachwekkende serieux verhaalde anekdotes van een ouder wordende grootmoeder of een dementerende oom. Subtiliteit kan dit gezelschap niet worden aangewreven.

Interessanter was het project Sauna in Exile dat te beleven was in het artistieke laboratorium van Les Bains:: connective. In de kale ruimte van een voormalig zwembad staat centraal een sauna-cabine opgesteld. Performers en toeschouwers delen de badruimtes. Bij het binnenkomen wordt het publiek voorzien van badjas, handdoek en slippers, en van dan af, kan hij in de kleedruimtes, het cafetaria, de chill-out room en de sauna zelf de confrontatie aangaan met diverse performances, installaties en video’s die in de ruimte zijn opgesteld. Interessant is de radicale verschuiving die optreedt tussen performer en kijker. Beiden zitten broederlijk naast elkaar in de stoomruimte. Het raam van de sauna geeft uit op een klein speelvlak, waarop de dansers af en toe in statische poses gaan uitdampen. Tegelijkertijd is de sauna en het speelvlak vanuit het bovengelegen cafetaria te overzien door de toeschouwers die een tussenstop hebben ingelast. De ervaring is dan ook zeer apart. Het ritme van sauna en baden vertraagt beetje bij beetje de tijd. Een ronddraaiende schijnwerper tegen het plafond lijkt te functioneren als een soort zonnewijzer, waarin de performers op zoek gaan naar hun eigen schaduw. De in stoom gehulde dansers belichamen de tijd die tergend langzaam in rook opgaat. Een heerlijk initiatief, dat nieuwe grenzen stelt aan publieksparticipatie en de reguliere voorstellingsritmering.