Frivole ernst van de middeleeuwen

De Standaard 14 Jan 2003Dutch

item doc

Contextual note
original version of newspaper article

Bij aanvang staat Cherkaoui met stijf uitgestrekte armen op het podium. Zijn lichaam draait schokkerig heen en weer. Als een willoze weerhaan of een platinablond Christusbeeld. Vanuit het afbraakdecor van stellingen en brandtrappen, vallen zijn drie medespelers zijn middeleeuws lied bij. Even later wordt de menselijke Christus de lucht ingetakeld en hoor je de kerkklokken luiden op het ritme van zijn op- en neergang.

Meteen is de toon gezet. Net als in zijn vorige voorstelling Rien de Rien plaatst Sidi Larbi Cherkaoui verschillende culturen en overtuigingen zonder onderscheid naast elkaar. Voor d’Avant ging hij uit van middeleeuwse Italiaanse liederen uit de 12e tot 14e eeuw. De vier dansers hebben allen een muzikale opleiding genoten, en hun unisono of polyfone gezangen klinken daardoor geloofwaardig genoeg. Verder in de voorstelling ontpoppen de zangers zich echter tot een al even levensechte boysband, in hun a capella interpretatie van Total Eclipse of the Heart.

Choreografisch maakt d’Avant al even hybride keuzes. Er is het typisch hedendaagse danspalet van de C de la B-school, maar evengoed krijg je flamenco-voetenwerk, een tango-duet, of een aantal uitzinnig acrobatische scènes. Soms krijgt de dans een bijna clowneske flair. Zoals wanneer twee mannen tijdens hun duet van bovenvest wisselen, waardoor uit de verstrengeling van hun ledematen telkens weer een ander onwaarschijnlijk lichaamsbeeld ontstaat. Alsof de twee lichamen uit elkaar ontstaan, of in elkaar overvloeien. Het zijn verbluffende en tegelijk zeer humoristische trukendoosjes, die dan ook op gretig applaus worden onthaald.

Een gelijkaardig soort dubbelfiguur duikt nog een paar keer in de voorstelling op. De ene mens gaat voort in de andere. Zij lijken inwisselbaar, of in elk geval mekaars spiegelbeeld. Het is een helder beeld voor het cultuurrelativisme dat gehanteerd wordt, waarbij de middeleeuwse gezangen door de luisprekers opklinken als Arabische gebeden. Of waar het religieuze altijd weer zijn gewelddadige keerzijde laat zien. Of waar elk mogelijk geloof, of het nu gaat om voetbalidolen, popsterren, Christusbeelden of de Ku Klux Klan, op een hoop wordt gegooid in een ononderscheidbaar kluwen van vlaggen, betogingsbanners en holle slogans.

Drie dansers voetballen met het lichaam van de vierde. Bij gebrek aan gemeenschappelijke vijand, ontspoort de dans tot een gevecht van allen tegen allen. De overwonnen tegenstanders worden zonder pardon beroofd van hun hebben en houden. En het hele speelvlak is bedekt met het stof van jaren en jaren strijd.

Toch is d’Avant een zeer licht verteerbare voorstelling geworden. De jonge ploeg dansers gaat de grote thema’s te lijf met een frivole ernst, die vaak aanstekelijk humoristisch werkt. d’Avant moet het hebben van een onweerstaanbaar enthousiasme, een groot gevoel voor métier, en de jongensachtige charme van zijn performers. En dat de inhoudelijke diepgang daardoor een beetje tot prentjeskijken wordt versmald, moet je er als kijker dan maar bijnemen.