Dans in reconstructie

De Standaard 23 Nov 2002Dutch

item doc

Contextual note
original version of newspaper review

Amelia vangt aan in complete duisternis. Een hard spotlicht doet onverwacht één danser oplichten, om hem meteen weer aan het donker over te laten. Het lichtplan is dwingend als dat van een rockconcert. De voorstelling speelt in een zwart-wit landschap, waarin de dansers bewegen aan een hitsige snelheid. Bij momenten herinneren de knipmesbewegingen van de benen, en de frenetieke armbewegingen, aan een kolonie bidsprinkhanen. Even onmenselijk als onwezenlijk mooi.

Choreograaf Edouard Lock gaat met Amelia verder op de lijn die hij met Salt had uitgezet. De energieke maalstroom van beweging, die zijn werk van bij aanvang kenmerkte, wordt steeds meer onderbouwd door een klassiek vocabularium. De dansers op pointes, de fanatiek herhaalde pirouettes, jeté’s en fouetté’s: het is een dans die zich tegelijkertijd spiegelt en onttrekt aan zijn eigen geschiedenis.

Het minste wat je van het werk van Lock kan zeggen is dat het monomaan is, dwingend en gedreven. Een voorstelling lang wordt de kijker geen moment rust gegund. Onophoudelijk gaan dansers in duet, kwartet of groep het gevecht aan met de snelheid, de techniek en het eigen lichaam. Mannen en vrouwen lijken verwikkeld in een constant schijngevecht.

Tussen de danssequensen door wordt een projectiescherm naar beneden gelaten, waarop een computergeanimeerde vrouwelijke figuur dansbewegingen uitvoert. Ondanks de perfectie van de computertechnologie, behoudt haar dans iets houterigs. De beweging is van een al te nadrukkelijke perfectie, en mankeert hierdoor herkenbaarheid. Op dezelfde manier lijkt de live dans op het podium al te geconstrueerd. Als een zorgvuldige reconstructie van menselijke beweging. Het is opvallend dat dans van een zodanige energieke geladenheid, zo statisch kan lijken. Alsof er fundamenteel geen tegenstelling bestaat tussen de dansers die zich uitputten in een uitzinnige snelheid, en de dansers die onaangedaan hun bestudeerde posities innemen om het gebeuren gade te slaan.

Eén en ander hangt ook samen met de muziekkeuze. De live muzikanten op scène vertolken de repetitieve, en ietwat ijle composities van David Lang. Met onbeschaamd vibrato komt het ene na het andere thema in eindeloze loop terecht. Een vrouwenstem vocaliseert teksten van Lou Reed met een meisjesachtige sopraanstem. Hierdoor verliest de dans aan scherpte. De rigoureuze lichtstanden die het podium gijzelen, de nadrukkelijk geconstrueerde dans, en de al even onontwijkbaar aanwezige muzikanten, dwingen de kijker een droomwereld binnen. Waar de ene indruk onmiddellijk door een andere wordt ingwisseld. Het is pas wanneer de muzikanten het speelvlak verlaten dat de dansers terechtkomen in een rauwere, en meer aandoenlijke setting.

Amelia houdt zich ver van de eerste spectaculaire voorstellingen van Lock. Hier wordt een dans ontwikkeld, die tegelijk persoonlijker en intellectueler is geconstrueerd. De neoklassiek van de rockliefhebber.