Verstrikt in problemen

Financieel-Economische Tijd 17 Mar 2001Dutch

item doc

‘Some Problems of Space Perception’, zo luidt de titel van Marc Vanrunxts nieuwste voorstelling, die vorig weekend in première ging in CC Berchem. Verrassend genoeg lijkt hij daarmee een eigentijds formeel onderzoek aan te kondigen, terwijl zijn oeuvre in het teken staat van een parodisch sjamanisme. Daarnaast werkt Vanrunxt voor de tweede maal samen met de jonge dansers Eva Rodenburg en Salva Sanchis. Krijgt Vanrunxts werk daarmee een nieuw elan? Niet meteen, al is daar zeker nood aan. Vanaf volgend seizoen wordt de choreograaf namelijk structureel gesubsidieerd (een gezamenlijk dossier met Alexander Baervoets) door de Vlaamse overheid, en dat terwijl Vanrunxt na twintig jaar op de planken nauwelijks nog interesse wekt bij podia en publiek. Maar hoe zit het met het artistieke verhaal?

Het scènebeeld van Koenraad Dedobbeleer is sober: op de achtergrond een zwart bankje, als bakens rondom het centrale speelvlak hangen vier grote lampen op verschillende hoogte. Hun helwitte licht weerkaatst in een film die schuin over de zwarte dansvloer is gespannen. De aanvang van het stuk is ook heel sereen, als een ‘probleemstelling’. De drie dansers komen verspreid op en staan gedurende lange tijd stil, met gesloten ogen. Een betekenisvolle aanzet, omdat de gesloten ogen meteen de vraag naar de perceptie uit de titel oproepen. De gewaarwording van duur gaat gepaard met de afbakening van een innerlijke ruimte door de dansers, een bekend motief in Vanrunxts werk. Tegelijk verkavelen de drie lichamen door hun opstelling de ruimte, en wordt de blik van de kijker ‘geleend’ ter bevestiging daarvan. Als in ‘Some Problems of Space Perception’ de ruimte ergens gemarkeerd wordt, dan is het waar lichaam en blik elkaar ontmoeten.

Dit uitgangspunt wordt op meerdere manieren opengewerkt: de drie dansers creëren hun eigen parcours in de ruimte, om langzamerhand de sereniteit en de eenduidigheid te doorkruisen. Vanrunxt legt hier en daar zijn oor tegen een wand, of plaatst zijn lichaam ertegen. Hij stelt zich opvallend bescheiden op om baan te ruimen voor zijn andere dansers: ieder danst om beurt een solo. In snelle, virtuoze uithalen beweegt Sanchis zich over de randen van het speelvlak, alsof hij ze wil hertekenen. Dat is niet zo eenvoudig, Rodenburgs solo lijkt verstrikt in het strenge gestileerde kader dat Vanrunxt als basis schiep. Dat zorgt overigens voor een mooie dubbelzinnigheid op het niveau van de beweging zelf: door haar lichaamsbouw verwijzen Rodenburgs bewegingen steeds naar die van Vanrunxt (beiden zijn boomlange dansers).

Als Rodenburg met haar rug naar het publiek een sensuele solo danst, als op een fuif, is dat een keerpunt. Meer dan het lichaam hebben deze bewegingen immers de blik die hen bekijkt tot inzet. Daarmee verschuift ook de focus van een lichaam in de ruimte over een sociale ruimte tot een innerlijke ruimte. Identiteitsvorming als toe-eigening van een tijdruimte? Mogelijk, maar de dramaturgie van ‘Some Problems of Space Perception’ vertroebelt hopeloos vanaf dan. Enkele kostuumwissels, tot een danser die naakt afgaat en even later terug opkomt toe. Een stoel die door de lucht gekeild wordt, gevolgd door een hyperbolisch stukje Ausdruckstanz van Rodenburg. Sanchis die zich met trage en bedachtzame bewegingen over de grond sleept terwijl Vanrunxt al lopend wind vangt met een grote lap zilverpapier. Contrastrijke beelden die smachten naar betekenis, al wordt nergens duidelijk wat ze betekenen.

In de accumulatie van bewegingen en beelden keren soms passages terug, waarbij hun geladenheid wijzigt. Basis voor een overkoepelende spanningsboog vormen ze echter niet. Wil Vanrunxt in tegendeel een autonome ruimte opeisen voor al deze details, om ze als figuren zonder grond te laten schitteren? Daarvoor missen ze helaas radicaliteit, de theatrale uitspattingen komen nooit tot een exces dat het aanvankelijke kader overhoop haalt. Hoewel ze leesbaarheid ontberen, zijn het nooit betekenisloze gebaren die vragen oproepen over die beelden als dusdanig – een problematiek die Vanrunxt nochtans niet vreemd is.

Wat rest er dan van ‘Some Problems of Space Perception’? Het stuk bevat vooral in de danspassages van Sanchis en Rodenburg mooie momenten, al verhoudt hun persoonlijke inbreng zich niet altijd even treffend tot het geheel. Op het niveau van de ruimtelijkheid blijft het stuk steken in de problemen die het aankondigt. Sterker, door een gemis aan dramaturgie worden die vragen omtrent ruimtelijkheid zelfs nergens gearticuleerd, het eclectisme van de voorstelling staat een vormelijke transparantie in de weg. Een onaffe verzameling van fragmenten en indrukken is helaas niet hetzelfde als een focus op processen of onderzoek, daarvoor schiet ‘Some Problems of Space Perception’ tekort.