Het vuur van gedeelde gevoelens

Choreografe Pina Bausch over werk en wereld

De Morgen 25 Sep 2003Dutch

item doc

Contextual note
Dit is de originele auteursversie van de tekst die in de krant verscheen.

Na een pauze van twintig jaar maakt de Duitse choreografe Pina Bausch met Masurca Fogo terug haar opwachting in Brussel. Voor de verzamelde pers vertelde de coryfee van het neo-expressionistische danstheater over haar manier van werken, haar blik op mens en wereld: “Al naargelang de invalshoek kun je uiteenlopende golven waarnemen in de wereld, maar in de grond gaat het steeds om hetzelfde: mensen zijn verdrietig of gefrustreerd, er is veel pijn.”

Reeds dertig jaar ontwikkelt Bausch een open manier van werken: “Op voorhand plan ik mijn stukken niet, wel vertrek ik van een idee, een intuïtie, maar die zit niet pasklaar in mijn hoofd. Als er tijdens het werkproces beelden opduiken die daarbij aansluiten, dan merk ik het, ik vertrouw op mijn gevoel.” Om een thema volgens haar intuïties open te plooien, werkt Bausch niet met improvisatie, maar met een vraag: “Al weet ik niet waarheen, er is die vraag, en ik wil dat de dansers ze uitvissen. Desnoods blijf ik net zolang vragen stellen tot er een situatie ontstaat waarin het thema centraal komt te staan. Al mijn dansers zijn erg verschillend, ze hebben andere kwaliteiten. Ik wil hun individualiteit waarderen en het werk van daaruit ontwikkelen. Door zo het thema te delen, staat het heel dicht bij de dansers zelf, waardoor ook het resultaat en de uitvoering erg doorleefd zijn.”

Het stuk Masurca Fogo, naar een ‘vurige’ dans uit Kaapverdië, werd in 1998 in Lissabon gecreëerd. Ter voorbereiding reisde Tanztheater Wuppertal naar ginder om met de plaatselijke cultuur en bevolking kennis te maken, een principe dat ze de laatste jaren vaker hanteert. “Momenteel ben ik in Japan aan het werk, dat is een hele klus. In de mate van het mogelijke proberen de dansers ook de taal te leren om in contact te treden met de mensen daar. Ontmoeting is mooi, als een goede verstandhouding mogelijk is, vind ik dat een prachtig uitgangspunt om op verder te bouwen.”

Ondanks de waaier aan lokale invloeden, gaat het caleidoscopische werk steeds over meer: Bausch wil een vinger aan de pols van de tijd houden. “Ik wil steeds een balans vinden, een goede verhouding tot de werkelijkheid. Daarbij heb ik soms de neiging om een paradijs voor te stellen, als tegengewicht voor wat er in de wereld gebeurt, vanuit een verlangen naar positieve energie en een gemoedstoestand die daaraan beantwoordt. Vroeger had ik sterk de neiging om vooral de problemen zelf te onderzoeken, maar dat was in zekere zin ook een omkering in een tijd dat het zogenaamd goed ging met de wereld.”

Doorheen aandacht voor alledaagsheid en kleine randgebeurtenissen komt er een moment voorbij de versplintering tot stand, in de hoop een universele menselijke taal te ontwikkelen. “Uit het leven zelf komen talrijke kleine verhalen, impressies, gemoedstoestanden en beelden voort. Het gebeurt dat iemand in de studio zit te eten en ik dat bijzonder vind. Die danser krijgt een podium en een micro om het uit te werken. Dat moment moet vooral waar zijn, daar draait het om. Een beeld mag niet privaat zijn, we moeten het allemaal kennen en begrijpen, iedereen moet het zelfs kunnen uitvoeren. We hebben allemaal dezelfde gevoelens en verlangens, ergens is er dus ook een taal die we allen delen en begrijpen.”