In het spookhuis van je dromen

De Standaard 10 Sep 2003Dutch

item doc

Contextual note
original version of newspaper article

Het decor is een huis dat overlangs is opengescheurd. De bezoekers een wankele matroos en een paar schooljongens, een gedesoriënteerde pin-up, en een verdwaalde cowboy. Op de bovenverdieping danst een naakte vrouw met rode pruik een eenzaam duet met haar spiegelbeeld. Het huis lijkt geconstrueerd door een achteloze architect. De benedenverdieping verzinkt in haar eigen fundamenten. De deuren zijn te klein, en de trap ontbreekt. Overal zijn bressen in de muren geslagen, en de alom aanwezige camera’s ontnemen elke schijn van intimiteit, om het even waar in het huis.

Met Visitors Only zet choreografe Meg Stuart de samenwerking met decorontwerpster Anna Viebrock door. Voor deze voorstelling creëerde zij een wel erg opvallend speelvlak. Een ruimte die zowel in de diepte, achter muren en ramen, als in de hoogte, doorheen de verschillende verdiepingen doorloopt. Het is een kaduke constructie, die het volkomen tegendeel suggereert van wat een huis behoort te zijn. Ontdaan van zijn voorgevel, ontbreekt het de ruimte aan elke vorm van bescherming. De dansers lopen in regenjassen door een onherbergzaam tochtgat, en zelfs in de achterkamers wordt hen elke schijn van een private ruimte ontnomen. Het meubilair wankelt op scheefgetrokken poten, en lijkt aan zijn eigen functie te verzaken.

In deze omgeving strompelen de performers zich een weg doorheen de voorstelling. Hun dialogen verzinken bij momenten in onbegrijpelijke langgerekte klanken. Hun bewegingen zijn gereduceerd tot machteloos gestommel. Een vrouw op glazen hakschoenen gaat een vruchteloos gevecht aan met een onwillige tuinstoel, een andere sleept aan een leiband een al even disfunctioneel salontafeltje achter zich aan. De figuren lijken slecht geprogrammeerd, aan het einde van hun batterijen. Hun opgefokte onrust krijgt een echo in de alarmerende projectie van een kletterend koffiekopje, of de beelden van een tot ruïne vergane stad. Wat overblijft zijn neurotische pogingen tot ‘normaliteit’. De personages verbergen zich in uitdrukkelijke rollen: schooljongen, cowboy, glamour girl, plechtige communicantje. Het lijken buitenaardse wezens die het menselijke leven trachten te imiteren. Wat zich toont is het onvermogen tot communicatie. Een man en een vrouw ontmoeten elkaar op een feestje. Hun lichamen bewegen in een ongecontroleerde overdrive. Maar juist daardoor wordt zichtbaar wat verborgen zit onder de nietszeggende conversatie. Het is het monsterlijke van menselijke relaties dat hier wordt getoond. Elke twijfel, elke gedachte wordt fysiek aanschouwelijk gemaakt. Het resultaat is een onthutsende kijk op de disfunctionaliteit van menselijke relaties, op de leugen van de geborgenheid van het gezin, op de machinaties van de verbeelding.

Tegelijkertijd opent Visitors Only ook een droomwereld. De personages lopen verloren in het hier en nu. Zij lijken niet in staat tot het leggen van verbanden, maar verliezen zich in de onmiddellijkheid van indrukken, klanken, en gebeurtenissen. Ook de toeschouwer komt in een verbrokkelde ervaring terecht. Visitors Only kent geen dramatisch verloop, geeft ook nergens een duidelijk ritmisch houvast, en is in al zijn narcistische zelfbetrokkenheid zeker ook op geen enkele manier sensationeel of overdonderend. De scène waarin de performers elk op hun eigen plek in het huis eindeloos lang blijven rondwentelen, was er dan ook voor menig kijker te veel aan. Hij kan alleen maar meestappen in die schijnbaar ongestructureerde ervaring. Waarbij alleen de commentator op het videobeeld een overzicht lijkt te hebben van de hele voorstelling. Van op ironische afstand geeft hij toelichtingen bij een oninzichtelijk leven. Bij een droom, en dus bij de theatersituatie waarin wij als kijker zijn beland.

Visitors Only is in alle opzichten een desoriënterende ervaring. Waar in voorganger Alibi de toeschouwer tot positionering werd gedwongen, wordt de kijker hier veel meer aan zijn lot overgelaten. Of beter, hij wordt meegenomen in de confusie van de performers. In een ervaring die zich op geen enkele manier laat vastpinnen. Een danser zweeft door de lucht, en een ander ziet door de muren. Hij wordt gedropt in een onherbergzaam bouwwerf, in een constante opdringerige zichtbaarheid. Hij is een bezoeker, maar nooit meer dan dat.