Batman in het sop

Nieuwe choreografie van Hans Van den Broeck bij Klapstuk

Veto 29 Mar 1999Dutch

item doc

Woensdag en donderdag brengt Klapstuk ‘La Sortie’, de nieuwe choreografie van Hans Van den Broeck. In de welbekende traditie van Les Ballets C. de la B. gaat de dans samen met een brok alledaagsheid op het podium. In dit geval is het de realiteit van de wachtkamer, van de coulissen, van die plaats waar de lamp niet brandt. In een filmisch spektakel trachten losers zich een nieuwe leefwereld te creëren.

Hans Van den Broeck merkte bij eerdere creaties op dat het verkleden van dansers en acteurs achter de scène erg plezierig was, maar ook spannend en vreemd. Die ervaring was het uitgangspunt voor ‘s mans nieuwste choreografie ‘La Sortie’. Het stuk speelt zich dan ook af in een ruimte die het midden houdt tussen een wachtzaal bij de dokter, een stationshal in een vergeten uithoek van het land, en een of andere cafetaria. De ruimte is zo’n soort niet-ruimte met veel achterkant, verzopen in banaliteit, die desondanks dienst doet als ontmoetingsruimte, zij het als een plaats waar communicatie eerder gedwongen verloopt.

Er gebeurt vanalles tegelijkertijd. Een vrijend koppeltje test in een lange sliding de sofa, de banken, de pingpongtafel, de vloer, het aquarium en de koffieautomaat. Bij deze laatste aangekomen wordt overigens duidelijk wat iedereen al dacht te weten: in een automaat zit een negertje. Verder slaat iemand een balletje, terwijl elders een jongen zich stierlijk verveelt, onderwijl handenfrunnikend. En dan gebeurt het. Op muziek van Ennio Morricone maakt een cowboy zijn opwachting. Even later zullen ook Batman en andere tv-figuren hem vervoegen. De ruimte lijkt vorm te krijgen. Mogelijk wandelde onze viriele held met lasso zonet uit zijn B-filmrol op het aanliggende podium van de parochiezaal van Zichem-Zussen-Bolder.

Reflex

Na enige tijd is de wachtkamer gevuld met een zootje, alsof de revue zich afspeelt in de wachtkamer zelf. De scène is kompleet volgestouwd met uiteenlopende beelden. De toeschouwer kijkt nog naar een televisie, er wordt in hoog tempo voor hem gezapt. In de soms best hilarische fragmenten die volgen wordt de grens tussen de verveelde stationsganger en de televisie steeds troebeler. Willen de jongeren zich door slapstick en rollenspel boven de banaliteit van hun eigen situatie verheffen?

Het spel met het dagdagelijkse moet voor Van den Broeck als het even kan tot herkenning bij de toeschouwer leiden. “Maar als ik de realiteit echt letterlijk op de bühne zou zetten, zou niemand de bijzonderheid ervan zien. Je moet er een andere draai, een andere timing aan geven.” Anders dan bij spitsbroeder Alain Platel plukt Van den Broeck geen brok ongeregeld leven van de straat, maar deconstrueert hij de dans binnen een theatraal, zeg maar filmisch geheel. “Ik hou ervan reflexen om te buigen en er twijfel in te steken. Zo laat ik een klassiek geschoolde danser bijvoorbeeld een rotatie uitvoeren, maar zeg dan dat de telefoon gaat. Dan valt de vanzelfsprekendheid van de beweging plots weg. Ik wil de harmonie doorbreken.”

De dans sluit enerzijds op typologische wijze aan bij de televisiebeelden die we te zien krijgen. Aerobics met Jane Fonda, volksdansen, Travolta-adepten met vetkuif strekken hun benen ten dans. Daarnaast tracht Van den Broeck heel gewone bewegingen te integreren in de choreografie door ze aanhoudend te herhalen. Het resultaat houdt het midden tussen een ritualisering die banaliteit een esthetische energie moet verlenen, en aan de grond gehouden dans. Met de potentiële spanning die in het dansmateriaal en het beeldmateriaal schuilt, wordt echter weinig overtuigend gewerkt.

Precies in het doorbreken van bewegingsgehelen slaagt van den Broeck iets té goed, hij laat zich namelijk opmerken als een slordig choreograaf. De opname van alledaagse bewegingen in de dans leidt niet tot een ritualisering die de gehele beeldbrij meer inhoud en ook vormelijke samenhang geeft. Het stuk blijft niet meer dan een kijkkast met een aaneenrijging van anekdotes, die meermaals zelfs bijzonder puberaal aandoen. ‘La Sortie’ is geen hoogvlieger geworden, maar wellicht is dat conceptueel zo bedoeld.