'Dansen op de aarde is als dansen op je eigen sterfelijkheid': Anne Teresa De Keersmaeker over 'D'un soir, un jour'

De Morgen 16 May 2006Dutch

item doc

'Dansen op de aarde is als dansen op je eigen sterfelijkheid'

Anne Teresa De Keersmaeker over 'D'un soir, un jour'

Op muziek van Claude Debussy, Igor Stravinsky en George Benjamin ontwikkelen zich in D'un soir, un jour van Rosas wonderlijke solo's, duo's en trio's voor veertien dansers. 'Het is muziek van een grote sensualiteit', zegt Anne Teresa De Keersmaeker. Een eerste doorloop van de nieuwe choreografie is veelbelovend.

door Pieter T'Jonck

Je bent altijd sterk met structuur begaan, terwijl de muziek van Debussy net vrij amorf lijkt. Wat trok je er toch in aan?

"Dat er geen structuur zit in die muziek is een misverstand. Dat ontstond omdat zijn compositietechniek de filmmuziek aankondigde. Men is het voorbeeld gaan verwarren met de navolging. Toch is die muziek precies gearticuleerd en transparant. Alleen volgt ze niet de traditionele schema's. Vergelijk het met het gedicht van Stéphane Mallarmé, dat L'après-midi d'un faune inspireerde. Dat kent geen klassieke opbouw zoals een sonnet, maar daarom is het nog niet structuurloos.

"Je kunt zeggen dat Debussy met de grootst mogelijke precisie vaagheid creëert. Dat is een grote kwaliteit. Hij creëert een constante flow met zijn steeds evoluerende thema's. Alles gebeurt in de overgangen, alles blijft in beweging, niets staat vast. In Jeux bijvoorbeeld komt de muziek in vier golven. Maar die verhouden zich wel tot elkaar volgens de gulden snede. Het verleent die muziek sensualiteit en 'spiraling energy'. En je kent mijn fascinatie voor spiralen."

Naast Debussy zijn ook Igor Stravinsky en George Benjamin van de partij.

"Het is omgekeerd: George Benjamin schreef speciaal voor ons Dance Figures. Dat werk vormt het hart van de voorstelling. Dat is bijzonder, want er wordt nog zelden dansmuziek geschreven voor een groot orkest als de Munt. We wilden dat goed omkaderen. Daarom spiegelen we dit nieuwe stuk aan zijn twintig jaar oude Ringed by the Flat Horizon. Benjamin is een van de laatste leerlingen van Olivier Messiaen. Langs die weg is er een affiniteit met Debussy.

"Stravinsky vormt tweemaal de overgang, als een soort contrapunt. Hij was een groot bewonderaar van Debussy. Zijn Symphony for Wind Instruments is trouwens een eerbetoon bij diens dood.

"D'un soir, un jour bestaat zo uit zes aparte choreografieën. Ze vullen elkaar contrapuntisch aan door hun energie en opbouw. Het zijn zes hoofdstukken van één boek."

Je danstaal put uit vele bronnen. Je opent met een citaat uit Vaslav Nijinski's L'après-midi uit 1911 en eindigt met een parafrase op zijn Jeux, beide op muziek van Debussy. Daarnaast liet je David Hernandez en Johanne Saunier mee materiaal leveren of bewerken. Waarom doe je dat, en vooral: hoe kun je dat bolwerken?

"Dat is een kwestie van hard werken. Schrijven op muziek is een van mijn fascinaties. Dit stuk stelt de vraag hoe je daarbij omgaat met het verre en het recente verleden, met de 'grote' geschiedenis en het eigen verhaal van mensen met wie je werkt. Ik vertaal dat in termen van architectuur: de opdeling van tijd en ruimte in energiepatronen. Schrijven is meteen een verhaal vertellen met een concrete groep van mensen. Mooie mensen, geen dansmachines."

Werk je daarom alle variaties van solo's, duetten, trio's en groepsportretten zo in detail uit?

"Het stuk construeert vele polariteiten tussen individu en groep, mannen en vrouwen. In Jeux ontdekte ik de bijzondere kwaliteit van een trio. Ik waag mij daar voor het eerst aan. Een trio is meer dan de simpele tegenstelling tussen positief en negatief, man en vrouw, yin en yang. Die spanning is er, maar een van de polen overheerst. Het wordt een instabiele figuur die de overgang maakt naar veel of oneindig. Niet toevallig is drie in veel religies een heilig getal. In het taoïsme springt men bijvoorbeeld na het getal drie plots naar oneindig."

De choreografie speelt op de spanning tussen enerzijds alles wat zich laag bij de grond, op een vloer van klei afspeelt en anderzijds de uitbundige momenten als er op tafels gedanst wordt.

"Die tegenstelling vertolkt een essentieel gevoel van de muziek. Dansen op de aarde is als dansen op je eigen sterfelijkheid. Het stof van de klei is als as die opwaait en weer gaat liggen. Dansen op tafels staat voor het feestelijke. Hogerop staan. Verticaal tegenover horizontaal. Een uitbarsting van energie die samengaat met een treurmars.

"Stravinsky's muziek bij de dood van Debussy vertolkt die paradoxale combinatie. Cynthia Loemijs tafeldans op die muziek staat daarvoor. Ze is sterk en krachtig, maar zijgt toch in elkaar. Die inzakkende ruggenwervel is heel sensueel. Vallen of gaan liggen als een soort sterven. Maar telkens wordt ze opgevangen en herbegint het verhaal."

Behalve klei op de vloer en enkele tafels is een technisch raster van tl-buizen dat zichtbaar stijgt en daalt het enige 'decor'. Waarom schuw je elke podiumillusie?

"Het raster dat stijgt en daalt, versterkt de spanning tussen verticaal en horizontaal. Het ontbreken van illusie versterkt het romantische potentieel van de muziek. Net als in Mallarmés gedicht L'après-midi vertolkt de muziek dat wat onuitgesproken blijft. Of de dichter de faun zag, blijft ongewis. Wat telt, is wat zich in het hoofd van de dichter afspeelt. Dat vertaal ik naar het podium.

"Een decor zonder illusie schept een juiste verhouding tussen wat er concreet te zien is en wat zich in het hoofd van de kijker afspeelt. De verbeelding versus het harde clair-obscur van de belichting. Het echte wordt echter, en daardoor wordt de illusie meer illusie."

De verbeelding zit wel zichtbaar in de kostuums, die heel fantasierijk zijn.

"Kostuums zijn een bron van sensualiteit. Kleuren en texturen van stoffen kunnen licht en transparant of donker en zwaar zijn. Kostuums zijn extravagant of doordeweeks, abstract of anekdotisch. Dat creëert een veld van sensuele ervaring. Bij sensualiteit en erotiek vind ik elke vorm van circusachtig exhibitionisme misplaatst. Hoe meer ingehouden het beeld, hoe sterker de erotiek. Het gaat niet om de lust op zich, maar om het verlangen naar het verlangen."

D'un soir, un jour met Rosas en het Muntorkest onder leiding van Kazuo Ono speelt van 17 tot 21 mei in De Munt, 070/23.39.39, www.demunt.be

'Schrijven op muziek is een fascinatie. Dit stuk stelt de vraag hoe je daarbij omgaat met de 'grote' geschiedenis en het verhaal van mensen met wie je werkt'

n Een beeld uit de nieuwe dansvoorstelling van Rosas. Anne Teresa De Keersmaeker: 'De tegenstelling tussen dansen op de grond en dansen op tafel, sterfelijkheid en feestelijkheid, verticaal en horizontaal, op die spanning speelt de choreografie.'