Nieuwe regels voor dansimprovisatie: Dramaturge Myriam Van Imschoot over 'At the table' van Meg Stuart

De Tijd 30 Sep 2005Dutch

item doc

Nieuwe regels voor dansimprovisatie

Dramaturge Myriam Van Imschoot over 'At the table' van Meg Stuart

(tijd) - Zes jaar na de memorabele 'Crash Landing', een reeks improvisatiedansvoorstellingen onder leiding van de Amerikaanse choreografe Meg Stuart, wordt met de voorstelling 'At the table' de draad weer opgenomen. Tegenover de overdaad aan visuele en akoestische middelen van toen staat nu echter een uiterst strenge vorm. Myriam Van Imschoot, die destijds 'Crash Landing' intensief volgde en nu de dramaturgie van 'At the table' waarneemt, licht het nieuwe project toe.

De eerste 'Crash Landing' staat te boek als een van de absolute hoogtepunten in de geschiedenis van het Leuvense Klapstukfestival. Het project duurde drie jaar en stierf toen een zachte dood: rond die periode formuleerden veel choreografen en critici nogal wat kritiek op de waarde van improvisatie als voorstelling en als bron van nieuwe choreografische ideeën. Improvisatie zou te voorspelbaar zijn, te veel een formule als alle andere, en allerminst zo spontaan als het lijkt.

Toch neemt Stuart zes jaar later de draad weer op met het improvisatieproject 'At the table'. Het idee ontstond vorig jaar in CC Maasmechelen: de dansers Meg Stuart, Benoît Lachambre en Boris Charmatz, muzikant Hahn Rowe en moderator Myriam Van Imschoot gingen toen samen met het publiek rond de tafel zitten. Of liever, rond een grote groep tafels, die samen niet alleen een kring, maar een buitenissig podium vormden. Na een improvisatiesessie op de tafels zou er een bespreking volgen over de betekenis van het gebeuren. Een ongelukkige val van Charmatz smoorde de discussie echter in de kiem.

Van Imschoot: 'Ondanks die tegenslag was de avond voor Meg Stuart toch een aha-erlebnis. Ze ontdekte een nieuw potentieel van improvisatiewerk. Dat had niet alleen te maken met de nabijheid tussen performer en publiek of de bijzondere zichtlijnen als je op een tafel danst. Het ging ook om het besef dat je iets niet alleen kan tonen, maar er tegelijk over kan praten. Het publiek heeft daarin meteen een inbreng, terwijl je als performer ook de rol van toeschouwer of observator kan opnemen.'

Overdaad

Bij 'Crash Landing' werd nooit zo expliciet over die rol van het publiek nagedacht. Van Imschoot: 'Door de overdaad aan video, muziek en performers vormde het improvisatiegebeuren een wereldje op zichzelf. Dat sloeg de kijker misschien wel met verstomming, maar daagde hem daarom nog niet uit om zelf een betekenis of een verhaal uit het voorgestelde werk te puren. Het beste bewijs daarvan is wel dat er over improvisatie wel veel geschreven is, maar zelden of nooit in de vorm van een voorstellingskritiek die inging op wat het gebeuren letterlijk voorstelt en betekent.'

Openheid

Heeft de tanende belangstelling voor improvisatie iets te maken met andere verwachtingen van het publiek? Van Imschoot: 'Tien jaar geleden was er een heel grote openheid van het publiek voor deze vorm van experimenten. Maar ook van de kant van een nieuwe generatie choreografen was er veel nieuwsgierigheid. Veel dansers begonnen op dat moment zelf te choreograferen. Toen was het echter nog niet de gewoonte om dat te doen in de vorm van tijdelijke projecten, iedereen begon een eigen gezelschap en stelde dan vast dat hij daar meteen als het ware toe veroordeeld was. Er ontstond zo een groot verlangen om ideeën met anderen uit te wisselen en tegelijk zelf terug te dansen. Improvisatie was de perfecte uitlaatklep daarvoor. Het is een vorm die weinig legitimatie behoeft.'

Maar ook een vorm die een zekere willekeur meebrengt? Van Imschoot: 'In het beste geval zou je met dezelfde groep mensen steeds verder kunnen gaan in het uitpuren, versterken en verbreden van ideeën die zich tijdens een improvisatie aandienen. Door de keuze voor de strenge vorm van de tafel, die onwillekeurig associaties oproept met grote conferenties, proberen we daar ook toe te komen. We doen niet zomaar wat, maar we koppelen steeds actie aan reflectie, en wel op hetzelfde moment. Dat gebeurt volgens strikte afspraken, net zoals een conferentie een precies protocol van proposities, kritiek, vraag en antwoord volgt. Dat project evolueert zo tot een soort vervolgverhaal. Dat betekent niet dat het publiek elke voorstelling moet gezien hebben om te kunnen volgen. Het tegendeel is eigenlijk waar: met elke nieuwe improvisatie worden kerngedachten en -motieven duidelijker, en ontstaan daar bovenop nieuwe motieven.'

'At the table' is dus nog in volle ontwikkeling. 'We werken trouwens naar een finale, een 'extended version' met vocalisten, toe die in 2006 op het Mozarteum in Wenen en Salzburg getoond wordt. Dat was bijvoorbeeld de reden om nu de Japanse Haruko Nishimura uit te nodigen. Zij is zangeres én danseres.'

Pieter T'JONCK

'At the table' staat in de Kaaitheaterstudio's in Brussel op 28, 29 & 30 september 2005. www.kaaitheater.be en in Kunstencentrum Vooruit op 6 & 7 februari 2006; www.vooruit.be