Riskante ontmoeting met John Coltrane

De Tijd 27 May 2005Dutch

item doc

Riskante ontmoeting met John Coltrane

Raga for the rainy season/A love supreme

24 mei Hallen van Schaarbeek, Brussel

De première van de dubbelvoorstelling 'Raga for the rainy season/A love supreme' van Rosas is een blikvanger op KunstenFESTIVALdesArts 2005. Anne-Teresa De Keersmaeker vervolgt haar recente verkenningen van de Indische muziek en de jazz, én benoemt Salva Sanchis voluit als medechoreograaf.

De scenografie van Jan Versweyveld maakt de brug tussen de twee delen. Een helderwitte kleur, hernomen in de witte kostuums van Dries Van Noten, zet de toon. Het decor is haast precieus eenvoudig: een witte band, even opgetild van de grond, omringt het podium. Een zware projector zweeft in het eerste deel als een obstakel vlak boven de vloer en gaat in het tweede deel omhoog en licht het hele podium uit. Complexe dansdiagrammen markeren de witte vloer. In de Hallen van Schaarbeek buit Versweyveld de architectuur van de oude markthal ten volle uit: de stalen leuningen, spanten en bruggen komen sterk tot hun recht als bij de aanvang, op dramatische wijze, de gordijnen voor de ramen openschuiven om het late daglicht binnen te laten.

Dat avondlicht paste wonderwel bij de melancholische zang van Sulochana Brahaspati op de 'Raga Mian Malhar'. Acht vrouwen en een man evoceren in dans de stemming van die muziek. Dat gebeurt in een dubbel register. Het eerste wordt door Elizaveta Penkova aangezet in de openingssolo: de dans als een kalligrafie die, in harmonie met de muziek de grillige gemoedsbewegingen van de wachtende representeert. Hier duiken veel nieuwe bewegingen op, zoals een intrigerend gewentel op de grond rond de hals en bovenrug. Deze kalligrafie zet door in de breed uitgesponnen bewegingslijnen. Mooi en overtuigend. Een tweede register bestaat uit vele kleine 'toneeltjes': een danseres springt uit de band, schreeuwt het uit of slaat achterover en wordt weggevoerd. Dat tweede register overtuigt minder, en staat op gespannen voet met het eerste. Het blijft toneel, geen doorleefde voorstelling van emoties waar finaal toch geen woorden voor zijn.

De dans op 'A love supreme' van John Coltrane heeft niets van dat toneelmatige, met erg spannende dans als resultaat. De vier dansers staan voor de instrumenten van het kwartet, een recept dat al in 'Bitches Brew' gevolgd werd. Cynthia Loemij kreeg de sax van Coltrane toegewezen, Moya Michael de bas, Salva Sanchis de piano en Igor Shyshko de drums. De dansers overstijgen hier zichzelf. Het bewegingsmateriaal, geplukt uit het omvangrijke Rosas-repertoire, werd geschikt in vrij eenvoudige patronen. Tot daar niets bijzonders. Wel bijzonder is dat die basisstructuur ongewoon grote openingen vertoont. Die worden ingevuld door improvisatie. De dans leunt zo dicht aan bij Coltranes werkwijze: een danser geeft een beweging of een figuur aan, de anderen haken daarop in. De dansers worstelen hier, in dialoog met elkaar en met de complexe muziek, met de bekende traditie van het gezelschap: geen extreem geperfectioneerde dansfiguren ditmaal, maar een riskant zoeken naar een balans tussen materiaal, tijd, muziek en ruimte. Soms gaat dat bijna fout, maar waar het werkt - en dat doet het vaak - krijgt de kijker een prachtig groepsportret van vier getalenteerde dansers.

Pieter T'JONCK

saskiav