Dansen met kleine gebaren: Gerecenseerddans

De Tijd 19 Feb 2005Dutch

item doc

Dansen met kleine gebaren

Gerecenseerddans

Desh

Donderdag 17 februariKaaitheater Brussel

(tijd) - Met 'Desh', de nieuwe choreografie van Anne-Teresa De Keersmaeker, is iets bijzonders aan de hand: voor het eerst laat zij een tweede choreograaf, de Spanjaard Salva Sanchis, naast zich toe. Toch blijft het werk haar stempel dragen, ook al omdat ze zelf meedanst.

'Desh' bestaat uit vijf korte dansen. De eerste is een duet met De Keersmaeker zelf en Marion Ballester, de derde en vijfde dans een trio met dezelfde danseressen en Sanchis. Het tweede en vierde deel daarentegen zijn soli van eerst De Keersmaeker en vervolgens Sanchis.

Ondanks de nummerstructuur zijn de vijf delen innig verbonden. Zoals bij een vroeger werk als 'Toccata' de muziek van Bach het bindteken vormde tussen een reeks korte dansen, is het vooral de muziek, Indische raga's en een op raga's geïnspireerde jazz-compositie van de late John Coltrane, die het werk tot een betekenisvol geheel smeedt. De gelijkenis gaat zelfs verder: net als bij 'Toccata' draagt de muziek een dubbel gevoelsregister. Enerzijds is er het plezier van dansen, samen dansen. Anderzijds is er echter een schuchter afstand nemen. Meer dan eens gaat een van de dansers, vooral De Keersmaeker zelf, aan de rand van het podium zitten, als om terug te blikken op de fragiliteit van de dansstemming. Daar is een haast onbestemde, dromerige melancholie of zelfs spiritualiteit mee verbonden.

Dat wordt ook bevestigd door een notitie over de muziek in een inleidende tekst. Die situeert 'Desh', de eerste raga, als een traditionele vorm die op romantische, nostalgische avonden of bij het begin van het regenseizoen gespeeld wordt. Deze muziek laat door improvisatie binnen een strikte tonenreeks een heel scala van muzikale en emotionele expressie toe. Ustad Sayeeduddin, de uitvoerder, legt dat bij het begin van het stuk ook uit.

Tempoversnellingen

Het duet van De Keersmaeker en Ballester knoopt structureel bij de muziek aan. Ze verkennen het podium en zetten zich neer als om de sfeer van de ongewone scenografie op te snuiven. Jan Joris Lamers boordde de vloer af met planken. Daartussen ligt een dansvloer van lichtgelig gekleurde klei. Op de achtergrond van de verder volledig kale scène bewegen grote gaasdoeken op en neer. Dan zetten de danseressen één, twee sierlijke bewegingen helder, maar ontspannen aan, met veel variaties, tempoversnellingen en onverwachte stills.

Deze doorwerking heeft echter niets van de verbluffende snelheid en precisie van een vroeger werk als 'Rain'. Je ziet hoe de twee performers, zelfs als ze unisono dansen, elkaar nauw in de gaten houden. Dat gaat soms aarzelend en zelfs al eens met een markante afwijking. Daar staan echter uitgelaten momenten tegenover. Zo ga je vermoeden dat de dans elke avond licht anders ingevuld wordt.

Ook de solo 'Raag Khama' van De Keersmaeker oogt als een dialoog, al zit die hier in de wisselwerking tussen de eigen schriftuur van de danseres-choreografe en die van haar medechoreograaf. Een beetje zoals in de recente solo 'Once', waar De Keersmaeker dialogeerde met muziek uit haar jeugd van Joan Baez, maakt ze hier van dans theater door het intieme samenspel van haar gelaatsuitdrukkingen, kleine gebaren als een zucht over de uitgestrekte hand en subtiele wijzigingen in tempi en kracht. Een mooi tegengewicht is de solo van Sanchis, de enige dans op muziek van Coltrane. De symboliek van de aantrekking en afstand tussen man en vrouw is zo als het ware in de structuur van het werk zelf ingebakken.

'Desh' is zo vooral een bijzonder mooie voorstelling geworden. Toch vermoed ik dat het werk eerder een tussenstap is in de zoektocht van De Keersmaeker naar een vernieuwing van haar danstaal met improvisatorische elementen en muziekvormen. Dat staat het genieten van deze miniaturen echter niet in de weg. Pieter T'JONCK

Nog te zien in het Kaaitheater in Brussel tot 20 februari, telkens om 20.30u.