'Forgeries, Love and Other Matters' voor het eerst in België: 'Een relatiekomedie à la Woody Allen'

De Tijd 28 Oct 2004Dutch

item doc

'Forgeries, Love and Other Matters' voor het eerst in België

'Een relatiekomedie à la Woody Allen'

(tijd) - 'Forgeries, Love and Other Matters', de podiumvoorstelling van choreografe Meg Stuart en haar partners van het eerste uur, Benoît Lachambre en Hahn Rowe, doet deze week voor het eerst België aan. In Avignon, waar de voorstelling zowel op enthousiast applaus als op boegeroep onthaald werd, spraken we met de drie makers.

Het is een onwaarschijnlijk trio. De Amerikaanse Meg Stuart is eerder klein, gespierd en alert, met een wat ontwijkende blik die dan toch onverwacht priemend kan zijn. De Canadees Benoît Lachambre daarentegen is groot en zwaar gebouwd, met lichte grijsblauwe ogen, die dwars door je heen lijken te kijken, alsof de buitenkant van de dingen er voor hem niet toe doet. Hahn Rowe, de Aziaat die midden de jaren 80 in New York landde om er te spelen met de 'fine fleur' van de toenmalige Newyorkse avant-garde zoals Glenn Branca of zelfs David Byrne, doet er met een geheimzinnig glimlachje haast steeds het zwijgen toe.

De drie kunstenaars ontmoetten elkaar in het New York van midden de jaren 80. Sindsdien kruisten hun wegen elkaar vaker. Hahn Rowe was de componist van Stuarts eerste twee werken, Benoît Lachambre maakte een onvergetelijk optreden als 'losgeslagen hoofd' in 'No longer readymade'. Nadien werkten ze samen aan improvisatieprojecten als 'Crash landing'. Ook 'Forgeries_' ontstond als een lang uitgesponnen improvisatie.

Meg Stuart: 'Het uitgangspunt was een vaag verhaal over verkenners op overlevingstocht in onbekend terrein. Dat kon zowel een verre planeet als een landschap in de oertijd zijn. Tegelijk is het, zoals de titel suggereert, ook een soort relatiekomedie à la Woody Allen. We stelden daarbij allerlei vragen. Wat betekent het theaterpodium? Wat betekenen we voor elkaar? Is dit een experiment, en zo ja, wat onderzoeken we dan? Het kan rijkelijk vaag lijken, maar in lange improvisatiesessies krijgen die vragen een specifieke lading. Veel scènes zijn een direct uitvloeisel van die improvisaties. Toen we al discussiërend heen en weer ijsbeerden over het podium kreeg Benoît de aandrift om de klok van de evolutie terug te draaien. Zo ontstond de scène van de man die in een wolf verandert.'

Stemming

Tijdens het stuk veranderen de performers voortdurend van gedaante, al gebeurt dat niet altijd zo spectaculair als in de wolf-scène. Het eerste beeld van het stuk toont bijvoorbeeld een koppel dat op twee kampeerstoeltjes voor zich uit kijkt. In korte tijd wisselt hun stemming van diepe droefheid naar lethargie naar een vreemde lachbui. Stuart: 'We trainden er onszelf op om verschillende emotionele staten te doorlopen. Het gaat zelden om grote bewegingen, zelfs niet om uitgesproken gebeurtenissen. Het zijn kleine wijzigingen in je lichaam die je bewust uitlokt. Die veranderen ook je emotionele stemming, en dat pikt de kijker op. Die veranderingen van emotionele staten dragen de betekenis van het stuk.' Benoît Lachambre: 'Het is een zintuiglijk proces. Het zit hem in dingen zoals je ademhalingsritme, of de kromming van je rug. Kleine bewegingen, maar met een grote impact op de ervaring.'

De scenografie van Doris Dziersk, een golvend landschap van bruine pluche, speelt een hoofdrol in het stuk. Het landschap lijkt wel de huid van een reuzenpluchebeer. Hier en daar zijn er kleine luikjes en openingen in dat landschap, waaruit de performers dingen opdiepen of waarin ze verdwijnen. Lachambre: 'Het landschap was er van bij het begin van de repetities. Het voelde onmiddellijk aan als een reuzenlichaam met zijn eigen energieveld'. Stuart: 'We zijn als een soort van speleologen die in dat lichaam op verkenning zijn. Onze benadering verschilt echter nogal. Benoît graaft zich helemaal in in het landschap, terwijl ik meer afstand houd. We delen dezelfde ruimte, maar niet hetzelfde gevoel. De muziek van Hahn geeft dat weer. Pas aan het einde vormen we een soort eenheid met elkaar en het landschap. We zijn dan ook gehuld in pakken van dezelfde pluche als het landschap'.

De eigenaardige stemmingswisselingen en gedaanteveranderingen creëren in dit stuk een surrealistische, dromerige sfeer, vooral door de filmische montage van de scènes. Dat blijkt geen toeval. Stuart: 'We haalden veel inspiratie uit film, onder meer uit Woody Allens 'Annie Hall' en 'Buffallo 66', een cultfilm uit de jaren 60 met Vincent Gallo'. Lachambre: 'Vooral Gallo's attitude in die film sprak mij aan. Hij verlaat bijvoorbeeld aan het begin van de film de gevangenis, maar keert er prompt terug omdat hij moet plassen.' Stuart: 'We zochten het ook bij foto's van Nan Golding van paren in nudistenkampen. Ten slotte was er ook de Newyorkse poëzie van de overleden Duitse dichter Ralph Dieter Brinkmann. Dat komt allemaal samen in een verhaal waarin de grenzen tussen binnen en buiten, tussen Benoît en mij vervloeien'.

Pieter T'JONCK

'Forgeries, Love and Other Matters', van 28 tot 30 okt. en op 3 en 4 nov., 20.30u., Kaaitheater Brussel (02/201.59.59 of www.kaaitheater.be ). Op 9 nov., 20.15u., CC Maasmechelen (089/76.97.97), op 12 en 13 nov., 20u., Concertgebouw Brugge (050/47.69.99). In maart 2005 ook in Vooruit, Gent en deSingel, Antwerpen.