Wie is hier verantwoordelijk?: Alexander Baervoets, Christian Lindberg

De Tijd 14 May 2003Dutch

item doc

Wie is hier verantwoordelijk?

Alexander Baervoets, Christian Lindberg

Al in zijn eerste dansvoorstellingen, nu zo'n tien jaar geleden, onderzocht Alexander Baervoets de mogelijkheid om een werk ook na zijn creatie verder te laten ademen en groeien. Die eerste pogingen waren nog behoorlijk complex, vergeleken met de steeds radicaler experimenten die hij later op het getouw zette. 'Blind' is een nieuwe stap in die evolutie. Pieter T'JONCK

Vier jaar geleden zette Francine Bernier van de 'Agora de la danse' in Montréal een uitwisseling op tussen choreografen uit Vlaanderen en Montréal, als een remedie tegen de bloedarmoede van de hedendaagse dans in Québec. Lynda Gaudreau zou bij ons een voorstelling maken, en omgekeerd zou Baervoets in Montréal werken met lokale dansers. Bij wijze van terreinverkenning werd Baervoets twee jaar geleden al uitgenodigd om in Montréal een workshop te geven. Het jaar daarna presenteerde hij er enkele van zijn voorstellingen. En dit jaar zou hij met Canadezen een nieuwe voorstelling maken voor het 'Vooruit'-festival in Montréal. Door organisatorische moeilijkheden leek het er even op dat het programma de affiche niet zou halen. Een en ander kwam te elfder ure toch in orde. Het licht verbijsterde publiek in Québec kon kennis maken met een voorstelling waarin drie dansers geblinddoekt dansen.

De afspraak was dat je met lokale dansers zou werken. Lin Snelling en Andrew Harwood zijn echter geen Franstalige, maar Engelstalige Canadezen. Dat lijkt mij, gezien de lokale gevoeligheden, merkwaardig.

Alexander Baervoets: 'Maar ze zijn wel van Montréal. Dat was de enige voorwaarde. Mijn keuze is overigens geen toeval. Ik heb veel moeite met de specifieke sensibiliteit van de Franstalige danswereld. Dat werk is haast onveranderlijk een autonome mentale constructie, die een bestaan leidt los van de concrete omstandigheden en mensen op een podium. Je ziet het gestolde resultaat van een denkproces. Daar zit geen leven meer in. Er is geen beter voorbeeld dan het verschil tussen mijn 'Autumn Leaves' en 'Gravitations' van Brice Leroux. In beide gevallen gaat het om dansers die in cirkels rondlopen over het podium en soms van richting veranderen. Het verschil is dat ik mijn voorstelling in 20 minuten bedacht heb en dat ze ook in 20 minuten op poten gezet was. Er is een enorme vrijheid voor de uitvoerders, die ook toelaat dat de voorstelling blijft evolueren. Brice daarentegen is nu al jaren aan het werk om zijn voorstelling tot in het laatste detail uit te puren en vast te leggen. Ik vind dat verstikkend. Bij 'Autumn Leaves' zie je de mens aan het werk, bij 'Gravitations' is het een scherp afgelijnd beeld dat overheerst. De bloedarmoede die Francine Bernier detecteert bij de dans in Montréal, ontstaat volgens mij net uit die houding. Dat ligt helemaal anders bij Engelstalige dansers als bijvoorbeeld Sarah Chase.'

Waar komen jouw dansers vandaan?

Baervoets: 'Het zijn beiden, net als ikzelf, 40-plussers. Andrew Harwoord is zelfs boven de 50. Hij werkte met alle groten van de Amerikaanse postmoderne dans als Steve Paxton en Trisha Brown. 'Contact improvisation' is zijn ding. Hij geeft er les in en choreografeert ook zelf. Lin Snelling werkt al 14 jaar met het gezelschap 'Carbon 14', dat zich toelegt op een mengvorm van dans en theater, maar maakt ook eigen werk. Heel typisch voor Noord-Amerikanen: ze hebben allebei een enorme kennis van het menselijk lichaam.'

De titel 'Blind' verwijst naar het feit dat je met drie dansers geblinddoekt op het podium staat. Hoe kom je daartoe? Welke (artistieke) betekenis heeft dat?

Baervoets: 'Op een bepaald ogenblik merkte ik op dat ik in verschillende voorstellingen, zoals 'Das Wohltemperierte Klavier', 'Schauet doch' of 'Swollip' dans met mijn ogen toe. Dat is een onbewust motief. Er zijn wel meer zulke motieven in mijn werk. Mijn bewegingen vertrekken bijvoorbeeld vaak vanuit mijn rug, wat een ander ruimtegevoel geeft. Het is alsof je ogen op je rug hebt, net als in gevechtssporten, waar je leert om je rug te dekken. Een andere reden is meer inhoudelijk. Ik heb altijd getracht te verdwijnen als choreograaf. Ik zie mezelf niet als iemand die mensen pasjes aanleert, wel als iemand die dingen mogelijk maakt. Ik creëer situaties waarin processen zich kunnen afspelen, zonder dat ik probeer die processen te controleren. Vergelijk het met een wandeling die je uitstippelt. De weg ligt wel vast, maar de snelheid waarmee iemand die aflegt, de dingen waar hij naar kijkt, de plaatsen waar hij uitrust, die zijn elke keer anders. Ik maak de belangrijke keuzes, ik leg een structuur vast zodat een voorstelling er wel elke keer ongeveer hetzelfde uitziet, maar toch ook onbetwistbaar anders is. Daarom werk ik ook graag met mensen die zelf niet alleen danser zijn, maar ook choreograaf. Neem nu 'Schauet doch': in wezen bestaat de 'choreografie' uit niet veel meer dan de aanwijzing dat er over een diagonaal gelopen wordt. De opbouw en de duur liggen ook min of meer vast. Je kan het in vijf minuten uitleggen, maar daarom weet je nog niet wat er binnen die voorstelling werkelijk gebeurt. Want binnen die richtlijn moet elke danser voortdurend zichzelf choreograferen.Hij moet beslissingen nemen over snelheid, manier van terugkeren, enzovoort. Tijdsindicaties zijn hierin zeer belangrijk: ik probeer de mensen zo te coachen dat ze zo dicht mogelijk bij mijn eigen tijdsperceptie blijven. Voor mij is het onderzoek naar perceptie immers de basisfunctie van kunst, en in mijn werk speelt vooral de perceptie van tijd daarin een grote rol. Ik beschouw mezelf als een ambachtsman: mijn ambacht is het tonen van bewegen. Jammer genoeg wil men daar altijd kunst in zien. Het zij zo.'

Wat staat hier op het spel, afgezien van de uitdaging om blind te dansen?

Baervoets: 'In 'Blind' zit het publiek rondom de dansvloer. De mensen zien dus niet alleen de dansers, maar ook elkaar. Een scenografie is er nauwelijks, maar er zijn wel heel grote contrasten tussen licht en donker en luid en stil. Het aspect geluid is natuurlijk heel belangrijk als je niet kan zien. Het bijzondere aan de situatie is dat ons belangrijkste corrigerende zintuig is afgesneden. Dat betekent niet alleen dat we geen overzicht hebben over de handeling, al is dat niet onbelangrijk. Het voornaamste effect is dat de intentionaliteit van het handelen verdwijnt. Er kunnen heel absurde dingen gebeuren. Het is al gebeurd dat twee dansers vlak naast elkaar passeren zonder daar zelf erg in te hebben. Andersom schrikken we soms heel erg als we elkaar onverwacht aanraken. Maar het valt ook voor dat je elkaar perfect aanvoelt, ook al sta je ver van elkaar af. Hoe dat in zijn werk gaat, weten we ook niet. Je stelt alleen vast dat twee dansers soms perfect simultaan dezelfde handeling stellen, zonder het van elkaar te weten. Er is dan blijkbaar op een of ander niveau een communicatie of uitwisseling aan de gang. Want in deze voorstelling zijn er geen spelregels, noch een vooraf bepaalde actie. De enige rode draad in de actie is een beweging die steeds herhaald moet worden, als een basispositie waarop je kan terugvallen. Met zoveel openheid in de opzet rijst natuurlijk de vraag wie verantwoordelijk is voor het resultaat van de voorstelling. 'Blind' gaat vooral over wie de auteur is van een voorstelling. Het gaat over de emancipatie van de kijker. Elke kijker maakt voor zichzelf een voorstelling uit het aanwezige materiaal. 'Blind' is eigenlijk een voortzetting en radicalisering van 'Schauet doch'. 'Schauet doch' - 'Kijk toch' - eindigt met het gelijknamige koraal nr. 46 van Bach, en 'Blind' opent met cantate nr. 47. Dat is meer dan een grappige woordspeling. Het gaat erom dat wij het niet zien, dus moet jij wel kijken. Of anders gezegd: wij tonen wel iets, maar hoe de kijker dat leest is zijn zaak.'

ALEXANDER BAERVOETS

'Blind' gaat in première in Monty, Antwerpen op 15 en 16 mei om 20u30 (03/231.91.81 of www.monty.be ) en staat daarna in CC Genk op 17 mei (089/30.93.00 of www.genk.be ) en CC Maasmechelen op 21 mei (089/76.97.97 of www.ccmaasmechelen.be )