Le Roys vreemde lichaam

De Tijd 8 Jan 2003Dutch

item doc

Kunstencentrum Vooruit in Gent begint het nieuwe dansjaar mooi met een retrospectieve van het eigen podiumwerk van de Franse choreograaf en danser Xavier Le Roy. Dat podiumwerk vormt maar een klein deel van zijn artistieke activiteit. Le Roy begon zijn loopbaan zelfs helemaal niet als danser. In een vorig leven was hij wetenschappelijk onderzoeker, als moleculair bioloog is hij zelfs gepromoveerd. Hoewel hij sindsdien de wetenschapsbeoefening links liet liggen, maakte hij in de danswereld toch vooral naam door zijn onderzoekende instelling en scherpe observaties. Vanaf 1992 vestigde hij zich in Berlijn waar hij deelnam aan de activiteiten van experimentele multidisciplinaire groepen als ‘Kwatt’ en ‘Detektor’. Met het ‘Quatuor Albrecht Knust’ werkt hij sinds 1996 aan de reconstructie van performances uit de jaren 60 van postmoderne choreografen als Yvonne Rainer en Steve Paxton. In Lissabon nam hij ook deel aan het ‘Crash landing’-improvisatieproject van Meg Stuart en Christine de Smedt. Zijn ervaringen met improvisatie waren op hun beurt weer aanleiding tot een diepgaande reflectie over wat improvisatie is. Die resulteerde in diverse experimentele workshops op het einde van de jaren 90, o.a. in Antwerpen, Utrecht en Berlijn. De laatste jaren is Le Roy ook intensief begaan met de vraag wat het woord ‘auteur’ inhoudt. De performance 'Xavier Le Roy', uitgewerkt door Jéróme Bel, is daar een uitvloeisel van.

Een echte retrospectieve van het totale oeuvre kun je het Gentse programma dus niet noemen. De oudste voorstelling in de reeks, 'Self Unfinished' uit 1998, was reeds zijn vierde solo. Die solo, die eerder al enkele keren in België te zien was, is echter een hoogst opmerkeljjk, niet te missen werk. Le Roy beschrijft het zelf als volgt: 'Het uitgangspunt zijn de lichaamsbeelden die ontstaan door het lichaam op een bepaalde manier in beweging te zetten. De dans toont het vermogen van het lichaam om totaal amorf te worden, hoe duidelijk de structuur van een menselijk lichaam ook mag zijn. Op die manier lok je steeds nieuwe manieren van waarnemen uit bij de toeschouwer. Daarmee probeert dit werk een antwoord te formuleren op een aantal vragen. Is het lichaam een optelsom van toestanden, of een reeks processen? Is wat we waarnemen als organisatie eigenlijk niets anders dan een desorganisatie van de wanorde? Is de ruimte de leegte van het lichaam? Is het informele de grondstof van het formele?'

Hoe strikt theoretisch die vraagstelling ook kan lijken, de verbluffende demonstratie van Le Roy maakt op een klein uur tijd duidelijk waar het hem om draait. De eerste paar minuten vergast hij ons op een hyperreële imitatie van een robot, met alle techno-klankjes die daarbij horen. Hij onderbreekt die abrupt voor een contemplatieve wandeling rond het podium. Af en toe gaat hij even op de grond liggen. De ruimte verliest door die herhaling alle dramatiek. Er blijft alleen het beeld van de lange, magere man. Maar op het ogenblik dat je denkt het helemaal gezien te hebben, ondergaat dat lichaam enkele bizarre mutaties. Eerst verandert het in een Siamese tweeling zonder hoofd. Even later lijkt het op een panklare, kaalgeplukte kip. Als die kip begint te bewegen en tegen de achterwand omhoog krieuwelt, ga je dit lichaam ten slotte als een soort 'alien' zien. Elke aanvaarde voorstelling van het lichaam raakt hier zoek. Voor Le Roy liggen de kaarten echter anders: opgekruld om zijn eigen navel heeft hij een uniek gezichtspunt op zijn lichaam, dat hij met niemand deelt. Le Roy beschouwt het vreemde continent van zijn lichaam op een manier die de kijker onherroepelijk buitensluit. De voorstelling weigert koppig om iets voor te stellen, om zo alle aandacht te richten op de onvatbaarheid van het lichaam zelf. Dat hier geen hogere of diepere betekenis te zoeken valt, dat hier geen personages of metaforen in het geding zijn wordt laconiek duidelijk gemaakt op het einde van de voorstelling. Le Roy kleedt zich weer aan en start de bandopnemer die tot dan werkloos in een hoekje van de scène stond. Vrolijk schalt Diana Ross 'Upside down, boy you turn me, inside out and round and round'. Letterlijk de samenvatting van wat er te zien was. Le Roy zelf komt niet terug voor een groet, en ook dat is doelbewust. Er is immers geen onttovering nodig, hij moet niet terugkeren naar het gewone leven. Dit was het gewone leven, maar op ongewone wijze getoond.

'Self Unfinished' van Xavier Le Roy staat op 14 januari om 2O u in de Gentse Minarci-Schouwburg. organisatie 'Vooruit'. Inlichtingen en reservering : 09/267.28.2O of www.vooruit.be

EEN VOORPROEFJE

Volgende week staat de choreograaf en danser Sidi Larbi Cherkaoui, die hoge ogen gooide met zijn dansen muziekstuk 'Rien de Rien', centraal in het programma van het Leuvense STUK met de voorstelling 'It', een solo die Wim Vandekeybus voor hem creëerde voor het Festival van Avignon. Zondag kun je hem echter ook al aan het werk zien in de Leuvense Stadsschouwburg in 'D'avant'. Deze voorstelling verenigt verwante zielen uit twee belangrijke dansensembles. Cherkaoui zelf en Damien Jalet, die een belangrijke bijdrage leverde aan 'Rien de Rien', zijn lid van het Gentse 'Les Ballets C. de la B.'. Juan Kruz Dias de Garaio Esnaola en LUC Dunberry behoren tot de roemruchte ‘Schaubühne am Lehniner Platz’ in Berlijn, waar Sasha Waltz artistiek leider is. Deze twee dansers hadden Cherkaoui en Jalet in Londen aan het werk gezien in ‘Rien de rien’ en waren erg onder de indruk. Vooral de zangsolo van Damien Jalet sprak hen aan. Toen Jalet en Kruz Dias ontdekten dat ze een gemeenschappelijke achtergrond hadden als muziekhistoricus, rijpte al snel het plan samen een vocale voorstelling te maken.

Het basismateriaal voor 'D'avant' bestaat uit vierstemmige middeleeuwse muziek uit de twaalfde en dertiende eeuw. Het gaat om volksmuziek die oraal overgeleverd werd. Sommige liederen werden slechts in een dorp, op bijzondere momenten gezongen. Pas later werd deze muziek ook door de hogere klassen opgepikt. De muziek getuigt zo van een sterke verbondenheid tussen een populaire en een intellectuele traditie.

De vier artiesten brengen deze muziek op een ongewone manier: ze behandelen ze alsof het om popsongs van een 'boysband' ging. Ze benaderen de vaak geladen thema's in de muziek als kinderen die op ontdekkingsreis zijn in een onbekende wereld en dansen ook op deze muziek. Op die manier wordt de ernst waarmee oude muziek omgeven wordt, sterk gerelativeerd.

'D'avant' is slechts eenmaal, op zondag 12 januari om 20u. te zien in de Leuvense Stadsschouwburg (Bondgenotenlaan).

Inlichtingen en reserven : www.stuk.be of 016/320.320.