Joan Baez en Rosas

De Tijd 27 Nov 2002Dutch

item doc

In een recente Arte-film over April me kun je een steelse blik werpen in de creatieve keuken van de choreografe Anne-Teresa de Keersmaeker. In het begin zie je hoe ze zich, samen met de componist Thierry de Mey, meet met de muziek van Stravinsky en De Mey. Het verdere verloop van de film toont hoe ze dat materiaal, vocabularium in haar woorden, overdraagt op haar dansers en onderzoekt hoe zij ermee omgaan. Naar het einde van de film ontdek je hoe de choreografe een structuur ontwikkelt die het basisvocabularium, de oorspronkelijke intieme verhouding tot de muziek, overstijgt zonder het uit te wissen. Tussen het begin- en eindpunt ligt een grote afstand. Door de complexiteit van de structuur en de veelstemmigheid van het eindresultaat zie je als kijker niet altijd snel de intrinsieke eenvoud en directheid die aan de grondslag van het werk liggen. Dat is wel het geval als De Keersmaeker alleen of in duetvorm danst. In haar eerste werken zoals Asch en Fase kun je achteraf de grondvormen zien die het vroege werk van De Keersmaeker bepaalden. Het recente Small Hands, een duet met Cynthia Loemij, herneemt en herdenkt de evolutie van het werk over een periode van twintig jaar op een bijna innemende manier. Die momenten waarin De Keersmaeker haar kaarten op tafel legt, zijn echter schaars gezaaid. Het is daarom des te opmerkelijker dat De Keersmaeker, net voor ze begint aan een nieuwe grote voorstelling met muziek van Miles Davis en John Coltrane, opnieuw uitpakt met Once, een solo waarin de muziek van Joan Baez, meer bepaald het album In Concert Part II uit 1963, een hoofdrol speelt. De keuze voor de muziek van Baez ligt niet voor de hand. Met haar rotsvaste geloof in de mogelijkheid tot verandering (denk maar aan de hymne We shall overcome) lijkt haar gedachtengoed mijlenver te liggen van onze gecompliceerde wereld, waarin mondialisering en individualisering aan de orde zijn. Toch behoort deze muziek onbetwistbaar tot het collectieve geheugen van al wie, zoals De Keersmaeker, in de jaren 60 opgroeide. Zelf leerde de choreografe de muziek kennen in 1967. Ze identificeerde zich sterk met de kwetsbare, maar toch onverzettelijke figuur van de vrouw die het, alleen met haar gitaar, opnam voor de zwaksten in de samenleving. Na een jaar waarin teruggeblikt werd op het twintigjarige bestaan van haar gezelschap Rosas is deze terugkeer naar de vroegste jeugd dus misschien niet zo onverwacht.

Zelf formuleert De Keersmaeker haar uitgangspunten en keuze voor deze muziek, in een gesprek met Claire Diez, als volgt: Ik houd van haar soberheid, haar rijke sopraanregister, de schittering en eenvoud van haar folkgitaar. Baez dompelt ons zowel onder in de grote, collectieve geschiedenis als in de kleine verhaaltjes van individuen. Dit staat dichter bij mijn bewerking van Tippeke, een aftelrijmpje uit mijn kindertijd, waarbij ik de beweging verkende die tevoorschijn kan komen uit een eenvoudig repetitief deuntje. Ik ga op zoek naar het gebaar dat voortkomt uit het gesproken woord en wil omgekeerd de tekst vergeten om de beweging te laten bestaan. Ik heb graag dat een lied een verhaal vertelt. Ik hoop dat het publiek ook naar de tekst luistert, maar dat de dans nooit te expliciet wordt. Ik wil het verloop van het concert niet onderbreken. De cd wordt ononderbroken gespeeld, met Baez live bindteksten, het applaus, haar liederen die verwijzen naar zowel de politieke geschiedenis als de intieme geschiedenis van een relatie tussen twee mensen, met haar folkballades en haar protesthymnen, haar zachtheid en haar verdriet, haar liefkozingen en haar bijtende opmerkingen.

In het portret dat De Keersmaeker hier schetst van Baez zien we ook de contouren van een kunstenares die in haar carrière voortdurend heen en weer slingerde tussen sterke beelden en gedachten, ook in maatschappelijk opzicht, en een grote kwetsbaarheid en twijfel. De confrontatie met de muziek van Baez kan dus behoorlijk boeiend worden.

Once staat van 27 tot 30 november om 20u30 en op 1 december om 15 u in de Rosas Performance Space in de Van Volxemlaan 164 in Vorst (1190 Brussel). Reserveren via www.demunt.be of 070/23.39.39 of www.rosas.be

Driemaal de vrouw

De IJslandse Erna Omarsdottir behoort tot de eerste lichting studenten die van de dansschool Parts afstudeerden. Dadelijk daarna maakte zij behoorlijk wat indruk met haar enigmatische optreden in een baanbrekende voorstelling als Events for television (again) van Tom Plischkes BDC-Company of haar sterke présence in My movements are alone like streetdogs van Jan Fabre. Omarsdottir werkte ondertussen in stilte aan haar eigen werk met het ensemble Ekka Dance Theatre uit haar geboorteland IJsland. Ekka Dance Theatre werd opgericht in Reykjavik in 1996 als een experimentele theatergroep, die in het theatergebeuren een gelijk gewicht toekent aan beweging en acteren. In het kader van het Nordic Scene-festival dat op dit ogenblik in Brussel loopt in de Bottelarij, het Kaaitheater en het Paleis voor Schone Kunsten presenteert zij nu Eva3. Eva3 is een dansvoorstelling voor drie dansers en een actrice, gebaseerd op het stuk Tuinfeest van Gudmundur Steinsson, een van IJslands meest vooraanstaande auteurs. Het stuk exploreert de verschijningen van de vrouw als sekssymbool, echtgenote en moeder. Het concentreert zich op de wijze waarop Eva de veranderingen die ze ondergaat zelf ervaart. Het stuk handelt zo ook over het idee van een paradijs: hoe we het zelf verspeeld hebben door onze hebzucht en vraatzucht, zodat we uiteindelijk niets anders overhouden dan leegte en vervreemding.

EVA3 van Erna Omarsdottir en het Ekka Dance Theatre staat op maandag 2 december om 20u30 in het PSK. Voor meer inlichtingen: 02/507.82.00 of www.nordicscene.be. Tickets: www.ticketclic.be

Fysieke dialoog

Salva Sanchis is een Spaanse danser en choreograaf die sinds zijn studies bij Parts in België bleef werken, onder meer als danser bij Marc Vanrunxt. Met Previous, zijn vorige voorstelling, sloeg hij na zijn meer expressionistische eerste werken, nieuwe wegen in. Previous was een pure dansvoorstelling voor vijf dansers, gebaseerd op improvisatietechnieken. Zijn nieuwe voorstelling Constant Relay lijkt hierop verder te werken. Het stuk is een kort duet met Sanchis zelf en Isabelle de Keyser, een intensieve fysieke dialoog tussen twee mensen die constant met elkaar verbonden zijn door hun bewegingen terwijl ze nochtans op geen enkel moment samen dansen. Deze keer is er echter geen improvisatie in het geding: de voorstelling werd op voorhand nauwkeurig uitgeschreven. De voorstelling gaat in première in het CC Berchem en wordt gevolgd door een herneming van of Vulnerable, de tweede choreografie, een solovoorstelling, van ex-Rosas-danser Roberto Olivan. Olivan kijkt er vanuit zijn eigen wortels zo onbevangen mogelijk naar wat zich in de wereld afspeelt. De voorstelling speelt zich af in een cirkel van zand waar de toeschouwers als in een arena rond zitten. In de voorstelling zit een grote dosis ironie, humor, tederheid en romantiek. Ramon Balagué maakt de muziek en voert ze ook live uit.

Constant Relay van Salva Sanchis en van Roberto Olivan zijn te zien in CC Berchem in de Driekoningenstraat 126, Berchem. Inlichtingen en reservering: 03/286.88.25. Sanchis toont zijn werk later ook in Tongeren, Mechelen, Rotterdam, Genk en op Répérage Lille/Kortrijk.