Gedachten in beweging

De Tijd 2 May 2002Dutch

item doc

Choreografe Lynda Gaudreau vult haar Document-reeks aan met een derde deel. Het open en veellagige karakter van dit recente werk lijkt mijlenver af te staan van het meer conceptuele, maar ook meer eenduidige vroege werk. Toch blijkt uit een gesprek dat enkele themas als een rode draad het nieuwe werk met het oude verbinden.

De Canadese Lynda Gaudreau is al sinds Construction, Anatomie op Klapstuk een vaste gast op veel Vlaamse podia. In formeel opzicht veranderde haar werk sterk sinds die eerste voorstelling. De jongste jaren maakt ze immers collage-voorstellingen onder de noemer Documents. Die Documents lijken wel kleine choreografische essays, waarin Gaudreau eigen werk toetst aan en samenbrengt met fragmenten van andere choreografen. Op het KunstenFESTIVALdesArts toont ze Document 3, waarin Mark Eden-Towle en Sarah Doucet net als in Document 2 de dans voor hun rekening nemen.

Met Gaudreau is het bijzonder prettig praten. Als een echte Canadese springt ze haast gedachteloos heen en weer tussen Frans en Engels. Haar gedachten zijn al even levendig: ze amendeert zichzelf voortdurend terwijl ze probeert haar inzichten zo accuraat mogelijk onder woorden te brengen. Maar dat gebeurt niet zonder humor: als filosoof en geschiedkundige van opleiding beseft ze maar al te goed de betrekkelijkheid van woorden, zeker als het erop aankomt ervaring en beweging te verwoorden.

Wat documenteert u in Documents? Hoe selecteert u wat u al dan niet toont?

Lynda Gaudreau: Ik heb altijd veel belangstelling gehad voor classificatiesystemen. Ordenen, rangschikken is een manier om zin te geven aan dingen. Je kan het vergelijken met het Encyclopédie-project van Diderot en d'Alembert. De ordening die zij aanbrachten was subjectief: de verbeelding speelde een grote rol in de samenstelling van de Encyclopédie. Zij tonen hoe je tot een wereldvoorstelling komt langs de weg van de classificatie. Als je dan dans wilt documenteren word je geconfronteerd met de vluchtigheid van het medium, maar dat maakt het ook boeiend. Toen ik vier jaar geleden aan dit project begon, bedacht ik mij dat je bij elke denkbare activiteit en beweging de vraag kan stellen of en wanneer die dans dans wordt. Met andere woorden, wat is dans eigenlijk? Ik wilde niet de enige auteur van dit werk zijn, maar ook ruimte maken om te tonen hoe anderen met die vraag omgaan. Bij het samenstellen van de Documents heb ik daarom niet het gevoel dat ik aan een voorstelling in de strikte zin van het woord werk. Maar vreemd genoeg sluipt er soms wel een vorm van dramaturgie in het werk. In Document 3 is dat zeker het geval.

Hoe hebt u Document 3 opgebouwd?

Gaudreau: Voor deze voorstelling heb ik veel samengewerkt met Vera Mantero, de Portugese choreografe. Onze manier van werken verschilt nogal. Haar werk heeft een expressionistische inslag, terwijl ik eerder naar de abstractie neig. Ik wou weten hoe je met die spanning kan omgaan. Maar Vera is iemand die niet zomaar beeldjes maakt. Ze bevraagt zich diepgaand over de betekenis van haar werk. Op een merkwaardige manier heeft haar werkwijze daardoor toch een abstracte onderstroom. Ik ben vertrokken met het motto From nothing to something. Maar natuurlijk, wat betekent Something? Want iets wat afgerond is, heeft daarom niet zijn eindpunt bereikt. Dat eindpunt verlegt zich altijd. Dat is in een notendop het probleem van de creatie. Ik begin, op de manier van John Cage, zo ergens in het midden, met een zeker idee van wat ik wil. Tenminste, op een paradoxale manier weet ik perfect wat ik wil, terwijl ik het toch niet kan uitdrukken. Het duurt altijd een hele tijd vooraleer de dingen uitkristalliseren. Werken is daarbij niet noodzakelijk een hulpmiddel. Integendeel, hoe harder je werkt om vat te krijgen op wat je voor ogen staat, hoe groter de kans dat je je ervan verwijdert. Als je werkt, begin je immers dingen vast te leggen, en op die manier verlies je altijd iets. Anderzijds stoot je al werkend natuurlijk wel weer op andere dingen. In elk geval, ik ben niet tevreden tot ik op zijn minst in de buurt kom van dat ene precieze punt waarvan ik weet dat het me daar om te doen is. Als ik mijzelf zo hoor praten lijkt het wel alsof ik mijn werk aan het mystificeren ben. Dat is niet de bedoeling. Dat precieze punt is geen essentie, geen diepe waarheid. Veel artiesten met wie ik gepraat heb kennen dit probleem heel goed.

Is dat precieze punt dat u zoekt hetzelfde als wat F. Schirren (leraar van onder anderen A.T. De Keersmaeker bij Mudra, en later ook verbonden aan PARTS, PTJ) de boum van een werk noemde, een soort organiserend principe, een grondritme dat het karakter van een werk bepaalt?

Gaudreau: Het is inderdaad door een ritme dat je in je draagt dat dingen kunnen gebeuren. Ik herinner mij bijvoorbeeld dat ik werk van De Keersmaeker gebruikte in een van de Documents en tot de vaststelling kwam dat de bewegingen dan wel dezelfde waren, maar het toch niet leek op haar werk, net omdat de dynamiek totaal anders was.

Het open karakter van de Documents contrasteert sterk met werk dat u kort daarvoor maakte. In Still Life op Klapstuk bijvoorbeeld ensceneerde u op een heel nadrukkelijke manier lichamen als dode materie, als vlees.

Gaudreau: De voorstelling die je zag in Leuven was inderdaad veel te eenduidig. Maar eigenlijk was ik bij die voorstelling allerminst geïnteresseerd in een of ander diepzinnig discours over het menselijk lichaam. Ik was bezig met de beleving van een stilleven. Een tafel of een stoel, dat zijn artisanale objecten vol fascinerende details. Een stilleven is een manier om stil te staan bij het detail. Ik wilde nagaan hoe een lichaam verandert als je het te kijk stelt als een object, met de tafel als kader. Welke details komen aan het licht, ervaar je die ook anders? Om dat te bereiken wilde ik elke theatrale kunstgreep schrappen. Dat is dus niet erg goed gelukt. Maar ik heb nooit het gevoel dat het erg goed gelukt is. Dat is soms behoorlijk lastig voor mijn dansers. Zij willen weten of het een goede show was. Maar mij maakt dat niet zoveel uit. Het gaat er mij om mentaal in beweging te blijven. In elk geval betekende Still Life een breuk, net als de choreografie die ik daarna voor Batsheva maakte in 1998. Ik besefte dat ik een andere richting op moest gaan. Ik heb dan voor mijzelf een sabbatperiode ingelast, en besloten om geen voorstellingen meer te maken op bestelling. Eigenlijk weet ik gewoon niet goed hoe je zou moeten choreograferen. Misschien is dat omdat mijn werk vertrokken is vanuit de beeldende kunst. Door daarmee bezig te zijn ontdekte ik dat voorstellingen maken mijn ding was. Niet om zelf te dansen, dat heb ik nooit geambieerd.

Het allereerste werk dat u in België toonde, was inderdaad geïnspireerd op het werk van Giacommetti. Wat houdt u bezig in zijn werk?

Gaudreau: Giacommetti stelde zich fundamentele vragen over de waarneming. In zijn Ecrits vind je daarvan veel sporen terug. Hij spreekt er over de onmetelijke, onpeilbare afstand die hem scheidt van zijn partner of van een willekeurig voorwerp in de kamer als een stoel of een handdoek. Zoals hij de wereld ziet, hoe zijn geest dat verwerkt, dat is zeer ontregelend. Hij wordt getekend door een diepe angst over de betekenis van zijn waarneming van ruimte en tijd. Hij werkte daarom veel rond het probleem van schaal en de (on)mogelijkheid om beweging te vatten. Al die aspecten van zijn werk steken in Document 3 weer de kop op. In Document 3 gaat het over de schaal en de werkelijkheid van de dingen. De ruimte bijvoorbeeld is een abstract gegeven. Het is enkel door er doorheen te bewegen dat die ruimte ook een zekere werkelijkheid verwerft. We construeren de werkelijkheid aan de hand van de gegevens die we bij elkaar brengen bij het bewegen. Bij totale stilstand wordt dat onmogelijk. Of wat we zien nu waar is of vals, doet niet ter zake. Het gaat erom hoe je verschillende waarnemingsniveaus combineert om de werkelijkheid te organiseren. En dat is een proces dat voortdurend voortgaat, niet alleen fysiek, maar vooral mentaal. Mijn grootste angst is dat ik stil zou vallen, dat ik geen afstand meer kan nemen van de dingen.

Lynda Gaudreau staat met Document 3 van 11 tot 14 mei om 20.30u. en op 15 mei om 19.30u. in Théatre Varia. Voor meer inlichtingen en reservaties: tel. 070/222.199 of www.kunstenfestivaldesarts.be