Béjart-retrospectieve

De Nieuwe 1 Oct 1965Dutch

item doc

Oktober in de Munt biedt een Béjart-Retrospectieve met de belangrijkste balletten uit de voorbije vijf jaren. Later volgen dan nog De Negende in het Koninklijk Circus, De Vogels en Hofmanns’ vertellingen. De reeks zet in met een Hulde aan Stravinsky, met als nieuw werk (voor Brussel, na de première te Parijs) Renard, naast Le Sacre du Printemps en Les Noces. Dan krijgen we de Wagner-avond opnieuw te zien. Volgt een hommage à Debussy/Ravel met een nieuw werk van Patrick Belda (Jeux) en de zeer mooie Après-midi d’un faune van V. Biaggi, naast een van Béjarts beste werken, Bolero.

Eind oktober is er een programma met creaties: Cygnes naar een gedicht van Rabindranath Tagore, Erotica van Baid, een ballet zonder muziek en de gekende collectieve improvisatie op Variations pour une porte et un soupir van Pierrre Henry. De Schönberg/Webern/Berg-avond komt in januari. Spijtig dat belangrijke shows als A la recherche de Don Juan, de Dalí/Scarlatti-avond en vooral De Lustige Weduwe niet op het speelplan konden gezet worden.

Béjart heeft van Huisman in de voorbije jaren heel wat kansen gekregen. Hij heeft ze benut. Hun samenwerking is een zeldzaam feit, des te merkwaardiger daar het België nu eens ten deel valt. Met het Ballet van de XXe eeuw houdt de hele internationale balletwereld rekening. En de Munt is een pleisterplaats geworden voor buitenlanders op doortocht te Brussel. Of men het nu wil of niet, het Ballet van de XXe eeuw ís een prestige-apparaat geworden voor België. Natuurlijk is er een probleem-TMR, nauw verbonden aan het ‘probleem Brussel’. En hoe de KMS er in de loop der jaren zal gaan uitzien, hangt af van de evolutie van Brussel zelf. Er is echter een sfeer ontstaan die niet zo makkelijk zal kunnen verdoezeld worden: we zijn veeleisender geworden, meer internationaal gericht. En nog belangrijker: met de onrustzaaiende Béjart hebben we gemerkt dat cultuur niet per se museaal en doods moet zijn maar in twee betekenissen in de actualiteit kan staan! België had hoegenaamd geen ballettraditie. Opeens, slechts in enkele jaren, is ballet bij ons populair geworden. Is die populariteit van Béjart alleen aan zijn werk te danken? Voor een deel natuurlijk wel, maar toch ook aan de sfeer door hem en Huisman geschapen. Hun succes is ook grotendeels te danken aan een aardig opgezet plannetje, verwezenlijkbaar omdat onze opinievormers niet opgewassen zijn tegen hun taak: naarmate het succes in het buitenland groeide, volgde ook het binnenland. Daarmee is echter het artistiek-commercieel fenomeen nog niet helemaal verklaard. Merkwaardig is wel dat de studenten, een deel van het publiek, dat men aanvankelijk niet voor ballet meende te kunnen interesseren, nu zeventien procent van de toeschouwers uitmaken. Merkwaardig ook dat een groot deel van de Brusselse bevolking volslagen apathisch blijft. Er gebeuren wonderlijke dingen vlak naast hun deur, maar ze vernemen het via de kranten zonder eraan deel te nemen. Dit geldt in de eerste plaats voor de Vlaamse Brusselaars en inwijkelingen die in de KMS een heel kleine minderheid uitmaken. Ja, Béjart is een Fransman en zijn Veuve Joyeuse was toegespitst op Frankrijk, al zou hij het niet gemakkelijk hebben om in Frankrijk een geschikt werkterrein te vinden. Maar een gettosfeer is niet denkbeeldig. Groepsvorming van minderheden wordt vaak ongezond.

Inmiddels heeft deze retrospectieve de allures van een laatste kans voor hen die iets gemist hebben. En tevens zal ze een enige gelegenheid worden om eens een voorlopige balans op te maken van vijf jaar Béjart-activiteit.