Lach van Jan Lauwers klinkt hol

De Standaard 15 Jan 1999Dutch

item doc

Lach van Jan Lauwers klinkt hol

Van onze medewerker BRUSSEL -- "Morning Songis een burleske dans- en stemoefening voor acht personen en hun noodlot." Zo omschrijft Needcompany de recentste voorstelling van Jan Lauwers. Nu is een burleske wel het laatste wat je van een Lauwers zou verwachten. "Burlesk" blijkt hier in elk geval niet voor gieren, lachen, brullen te staan, en evenmin voor kurkdroge humor à la Buster Keaton.

In twee uur tijd is mij zelfs niets waarlijk burlesks opgevallen, enig absurd gooi- en smijtwerk niet te na gesproken: een kat die uit een kookpot vliegt, Viviane De Muynck wier vinger klem raakt in het aanrecht of Misha Downey die uit een zetel gekeild wordt als een ander erin plaatsneemt.

Genoeg om een intentie aan te geven, te weinig om de onverbiddelijk getimede sequentie van zinledige en licht rampzalige evenementen te verkrijgen die het eigene van het burleske uitmaken.

Zinledigheid en rampspoed zijn echter wel in overvloed aanwezig in de verhaallijn van het stuk. Een familiesaga van een vrouw (De Muynck) die een rijke man (Mil Seghers) aan de haak slaat om hem (al dan niet gewild) te verliezen op berenjacht. Een dochter Lena (Tijen Lawton), die het in een taxi met een Chinees (Misha Downey) doet, maar uiteindelijk huwt met revolutionair Harry (Gonzalo Cunill), in werkelijkheid de minnaar van haar moeder en bovendien niet weinig geïnteresseerd in een verlopen juriste (Carlotta Sagna).

In de marge vinden we nog de broer van de moeder (Simon Versnel) terug, een homoseksuele kok die zijn vriend (Eduardo Torroja) meebracht naar het trouwfeest waar dochter Lena uiteindelijk bijna zal stikken en in comateuze toestand achterblijven.

Plaats van het gebeuren is dus het trouwfeest. Het tijdsverloop van het stuk wordt echter niet door die gebeurtenis bepaald. Er wordt regelmatig vooruit en achteruit gesprongen in de tijd. Mil Seghers is, verkleed als beer, zelfs voortdurend aanwezig op de scène, al is zijn personage dood.

Genres worden ook voortdurend door elkaar gehaspeld. Zo is dans als discipline prominent aanwezig, met merkwaardige prestaties van Downey, Lawton, Sagna en Torroja. Soms heeft dans een begeleidende of illustrerende rol bij een tekst of lied, soms neemt hij op zich het hele podium in beslag.

Dat soort keuzes voert niet meteen tot een dwingende progressie van het stuk. Ook dialogen stuwen het verhaal niet echt voort, en hebben eerder een hoog pulp fiction-leutergehalte. In feite is het vooral door de verhalen van moeder Viviane De Muynck dat je de toedracht van het verhaal kunt volgen. Het stuk is zelfs geconstrueerd vanuit het standpunt van een bejaarde De Muynck, die terugblikt op een dag van verschrikkelijke rampspoed, maar desondanks zeer oud werd.

Zo ontstaat een zeer losse compositie van taferelen waarvan vele op zich wel het bekijken waard zijn, als choreografische of theatrale vondst, maar waarbij het geheel als los zand aan elkaar hangt. Inleving of zelfs maar opwinding over een goed geslaagde opbouw van het stuk wordt, naar het zich laat aanzien opzettelijk, grondig gesaboteerd.

Dat geeft de voorstelling een onderkoeld gevoel. Van het hele verhaal valt vooral de onwaarschijnlijkheid op, van de personages de vergezochte pathetische historiek, veel minder de grappen. En achter die wrange vaststelling weerklinkt vooral een holle lach en veel beklag over hoe slecht en teleurstellend de wereld is.

Grosso modo gaat het daar voor Lauwers blijkbaar ook over: "Morning songis opgedragen aan al die mensen die nog geloven in onze beschaving en daar vooral de humor van inzien."

Ondertussen mist hij echter wel talloze kansen om zijn nochtans zeer getalenteerde cast meer te laten doen dan een dor schema zo goed mogelijk aan te kleden. En dat is onvergeeflijk. Hoe logisch en consequent het ook mag lijken binnen Lauwers' eigen ethiek. Pieter T'JONCK