Optelsom van leuke vondsten

De Standaard 5 Dec 1998Dutch

item doc

Optelsom van leuke vondsten

Van onze medewerker LEUVEN -- François Brice is een opmerkelijke verschijning, met zijn grote lijf en dito bakkebaarden en zijn merkwaardige motoriek. Zijn werkstuk Sunball light heeft een rommelige structuur, maar zit vol vondsten.

Je kon Brice al vaker aan het werk zien bij Wim Vandekeybus' Ultima Vez, maar hij koestert ook eigen plannen als choreograaf.

Dat bleek al uit de stukjes "Pastel" en "Smoutebollen", die hij in mei presenteerde op de Ultima Vez-avond in de KVS. Die herwerkte hij nu, met een stel bevriende dansers, tot het hoogst onorthodoxe maar erg prettige werkstuk Sunball light.

Korte amateurfilmpjes vormen het bindmiddel. Je krijgt heel wat schokkerige beelden te zien van kermisplezier, opgenomen op de Brusselse Zuidkermis. Daarin duiken de dansers regelmatig op, zodat je weet dat het om recente beelden gaat.

Zowel het onderwerp als de techniek van de filmpjes en zeker het soort naïeve pret dat ze uitstralen, lijken immers eerder uit een twintig of dertig jaar vervlogen tijd te komen. Dat geldt mutatis mutandis ook voor de uitdossing van de dansers. De ernst van de jaren negentig is hier ver te zoeken.

Een na een maken ze hun opwachting, met attributen die vooral op rommelmarkten opgescharreld lijken. Ze presenteren zichzelf ook, elk met zijn pasjes, in een kleine solo. Hoewel niet gespeend van een zekere ijdelheid, zijn die solo's erg verteerbaar, zelfs prettig, door het evidente dansplezier.

Later ontstaat dan een zekere choreografie, al moet je ook hier weer eerder van een optelsom van nummers en vondsten spreken. Samantha Van Wissen en Peter Kern die bijvoorbeeld een erg eigenzinnige, lange versie van ballroom-jive ten beste geven. En Brice zelf die op wel bijzonder komische manier de sterk geformaliseerde en gecodeerde dansbewegingen van het ballroomgenre op hun kop zet. De manier waarop hij met zijn voorovergebogen lijf en voetenwerk steeds weer afstand weet te nemen van zijn partner, is prachtig uitgewerkt.

Een uitgekiende muzikale score, een collage van muziek van onder meer Peter Vermeersch en Don Cherry, smeden al die nummers aan elkaar tot een dansfeest.

Brice zelf noemt deze voorstelling een work in progress en dat klopt ook wel met de eerder rommelige structuur, vol aanzetten en vondsten. Enigmatische filmbeelden van stalactieten en stalagmieten (beelden van het diepvriesvak van zijn koelkast) bijvoorbeeld vormen een belangrijk deel van de filmfragmenten.

In het stringenter structureren en formuleren is nog een hele weg af te leggen. Kijkplezier is daarentegen al volop te rapen. Pieter T'JONCK