Chaos groeit tot bewegingsgedicht : Dansers als motortjes in "Alien/na(c)tion"

De Standaard 24 Jun 1996Dutch

item doc

AMSTERDAM -- Het Holland Festival koos dit jaar de Amerikaanse choreograaf William Forsythe als centrale gast. Behalve reprises van stukken die hij maakte voor Nederlandse gezelschappen, zoals Artifact voor het Nederlands Danstheater, brengt zijn eigen Frankfort Ballett twee recente werken. Alien/na(c)tion is een veelvormige, vaak chaotische voorstelling. Het eerste en het laatste deel, waarin de overheersende kleur zwart is, omspannen een middendeel dat veelkleurig en agressief is.

In de titel zijn beladen begrippen samengetrokken als "alienation", "nation", "alien" en "action". Dat doet misschien vermoeden dat het stuk draait rond het opkomend racisme en nationalisme in de jaren negentig. Maar dit complexe, driedelige werkstuk reduceren tot zo'n beperkt thema, zou een grove miskenning zijn van de bijzondere kwaliteiten ervan.

Het is een gemeenplaats geworden dat Forsythe de taal van het klassieke ballet nieuw leven heeft ingeblazen, door ze te ontbinden en volgens nieuwe, steeds veranderende regels opnieuw ineen te passen. Zoals voor alle gemeenplaatsen geldt: dat is slechts een halve waarheid. In dit stuk bijvoorbeeld, zie je dat hij niet alleen klassiek ballet gebruikt, maar erg divers materiaal verwerkt in assemblages die je met recht "bewegingsgedichten", mag noemen.

Forsythes "knutselen" met bewegingen is sterk verwant met de dichterlijke omgang met taal. De taal is in poëzie niet louter het instrument om een inhoud uit te drukken, het gaat om een spel met de taal an sich.

Forsythes "handschrift" wordt gekleurd en gewijzigd door de drager: de bonte diversiteit van lichamen van de dansers. Slechts bij uitzondering beantwoordt er een aan het prototype van de klassieke ballerina. Uit die samenvoeging van afzonderlijke lichamen met een complexe, eclectische bewegingstaal, ontstaat het verhaal van Alien/na(c)tion. Dat verwijst naar verloren schoonheid, (lichamelijke) vervreemding en zelfs het verwarrende fenomeen van racisme, maar op een manier die onlosmakelijk verbonden is met de voorstelling zelf.

Pacman

De dansers hebben in het eerste deel veel weg van de figuurtjes uit het videospelletje Pacman. Fluks bewegen ze als razende motortjes heen en weer, rond bankstellen die later opgelijnd worden om te dienen als een soort gevangenis. Een man in de zijlijn roept luidkeels de seconden af die verlopen zijn sinds het begin van de actie.

Het laatste deel biedt, in de manier waarop de dansers verschijnen, een exact tegenbeeld. Een grote groep dansers voert in zwarte, half verscheurde en doorzichtige gewaden een prachtig, klassiek getint ballet op. Een groot zwart doek -- een eerst nauwelijks herkenbaar zinnebeeld van het huis -- daalt en stijgt terwijl een stuntelende kerel ons bezweert: Everything is allright.

Zijn woorden ontaarden uiteindelijk in hetzelfde koude secondentellen dat het eerste deel beheerst. Een vrouw springt eruit: haar krampachtig bewegen is een pijnlijke parodie van het "schone" ballet in de achtergrond. Al snel zie je de spanningen die hier spelen: het ideaal van het huis, het gezin, een krampachtig betrachte zuivere schoonheid, staan tegenover een andere huiselijke werkelijkheid, die van de videospelletjes uit het eerste deel.

Het middendeel is een soort zinnebeeld van het publieke forum van de jaren negentig. De dansers nemen als sponzen talloze bewegingsvormen op: zonder overgang, zelfs in een beweging zijn ze dansers uit Fame, rappers of fitnessfreaks. De verwijzing naar de bedenkelijke antecedenten van het gezondheidsdenken is niet mis te verstaan. Forsythe laat hier een ontzettende chaos toe op het podium.

Gespiegeld aan het eerste en derde deel van het stuk, werpt die chaos inderdaad een licht op de hedendaagse verwarring die tot vreemde uitwassen als extreem nationalisme en vreemdelingenhaat kan leiden. Dat gebeurt echter zonder de pretentie van een sluitende verklaring.

Ballet Frankfurt is nog tot woensdag te zien in Carré in Amsterdam, tel: 00-31-20-627.65.66.