Drama over incest lost tweespalt niet op

De Standaard 4 Dec 1995Dutch

item doc

BRUSSEL -- De première van een nieuwe Nederlandstalige teatertekst is geen alledaags gebeuren. Montagnes russes van Filip Vanluchene, geschreven in opdracht van De Tijd, wekte dan ook hoge verwachtingen, of toch minstens nieuwsgierigheid. Teleurstellend kan je het resultaat niet noemen, maar echt geslaagd is het evenmin. De hoofdoorzaak is, denk ik, een onopgeloste tweespalt in de tekst, die door de enscenering niet verhelderd maar veeleer genegeerd wordt.

De tekst, gespeeld in het Kaaitheater, put sterk uit een vorm van "volksheid". Het stuk speelt zich af in een onbestemd dorpje. De taal is een soort ABN doorspekt met archaïsche neologismen, met een uitgesproken Zuidnederlandse (Westvlaamse) inslag. Een eigen wereldje, een eigen taaltje, een eigen schuilhoek ook voor de zusters Marie-Rose en Nadia, hun broer Noël en de "magazijnier" Doornaert. Zij wonen samen in het ouderlijk huis, dat in overdeeldheid bleef na de dood van de ouders.

De buitenwereld wordt gewantrouwd, met haar wetten en reglementen die niet die van deze kleine wereld zijn. Het inschrijven in een school van het vaderloze kind Patrick (dat we nooit te zien krijgen) is daarom een bron van zorgen. Het verschijnen van landmeters of een konflikt met de notaris eveneens.

Dit is allemaal vrij herkenbaar. Tegelijk haalt de tekst echter de gewone verhalende logika onderuit, om een cyclische en zelfs mythische tijdsbeleving op de voorgrond te halen. De verschijning van de kermis, en het uitblijven van het koninginnestuk ervan, de "montagnes russes" die maar eens in de zeven jaar komen, is een centraal zinnebeeld. De kermis is het moment waarop oude spoken uit de levens van deze mensen weer springlevend worden.

Die oude spoken zijn belangrijke initiatie-momenten of ontsporingen uit hun levens. Zo begint Nadia, die zeven jaar zweeg na de vorige "montagnes russes", plots weer te spreken en zich op te kleden. Doornaert ziet overal listen en lagen en herbeleeft een traumatische jeugdervaring op een kermis in Duitsland.

Het gevolg is dat er geen logische voortgang van de plot meer is. Hoe verder het stuk gaat, hoe minder de woorden van de personages direkt betrekking hebben op hun handelen of dat van anderen. Herinneringen en belevenissen in de tegenwoordige tijd staan met dezelfde realiteitswaarde naast elkaar.

Suspense

Je krijgt dus een stuk dat voortdurend kantelt tussen zeer herkenbare situaties met volkse figuren uit een niet zo ver verleden, en een tweede plan waarop "eeuwig-menselijke" problemen aan de orde zijn. Het is dansen op een slappe koord. Regisseur Lucas Vandervost koos voor een verregaande abstrahering van de handeling. De akteurs zijn vooral vertellers, er is weinig interaktie.

De kostuums hebben niets te maken met de kleding waar in het stuk naar verwezen wordt, maar zijn gesofistikeerd hedendaags. Het interieur van de woning is gereduceerd tot opgehangen vlasvezelplaten met motieven van ruitkleedjes en tegeltjes. En zelfs de dialektische wendingen worden met een vlekkeloos Nederlands aksent uitgesproken. Kortom, Vandervosts benadering wringt soms op een storende manier met de volkse taal en situaties van het stuk.

In de tekst zit bovendien een suspense-element. Een van de belangrijke tema's van het stuk is incest. Dat is op zich geen goedkope vondst: een besloten, mensenschuwe wereld met een eigen taal en regels is de essentiële figuur van incest. Het "whodunit"-element (wie is de vader van het kleine Patrickje?) gaat in de lange speelduur echter topzwaar doorwegen, ten nadele van andere bouwstenen van de tekst.

De ene akteur weet al beter om te gaan dan de andere met de tekstproblemen waar de regie tegen botst. Dirk Buyse, als magazijnier Doornaert, vindt ondanks alles een goed evenwicht tussen zijn typetje van de bekrompen, moralizerende maar geile zelfstandige en de momenten waarin hij door zijn herinneringen en fantaziën meegesleept wordt. Hij heeft het voordeel buitenstaander te zijn in het centrale incest-konflikt, een "man in de straat".

Tom Van Dyck en Tania Van Der Sanden in de aartsmoeilijke rollen van Noël en Nadia, feitelijke verwekkers van Patrickje, hebben ook hun sterke momenten waarop ze erin slagen tegelijk een verteller, een personage van vlees en bloed en de verbeelding van een mytische figuur te zijn. Rita Wouters krijgt als Marie-Rose dat huzarenstukje echter nauwelijks voor elkaar.

Je vraagt je af of de regisseur wel de goede kaart getrokken heeft in zijn benadering van de tekst. Wellicht zou een meer realistische benadering makkelijker een brug hebben kunnen slaan tussen de twee aspekten van de tekst.

Nog tot 9 december in de studio van het Kaaitheater, Onze-Lieve-Vrouw-van-Vaakstraat, Brussel. Daarna op toernee.