Klapstuk gaat tweemaal op zoek naar onverwachte poëzie

De Standaard 14 Oct 1993Dutch

item doc

LEUVEN -- De eerste "dansante" avond van Klapstuk '93 prezenteerde het Ballet C. de la B. van Alain Platel en de Europese première van Spread your wings (you clumsy elephant) van Iztok Kovac met zijn ensemble En-Knap. De twee voorstellingen vertonen een radikaal verschillende opstelling tegenover de scène. Die van Platel countert de zwaarwichtigheid ervan door de dnasers als hun natuurlijke, spontane zelf te laten optreden. In kleding, manier van bewegen en doen herken je mensen zoals jij en ik. Het resultaat is voorspelbaar oninteressant. Kovac daarentegen inspireerde zich op de kompositie-technieken van avant-gardekomponist John Zorn, en laat zo het kreatieve proces duidelijk doorwerken in de uiteindelijke prezentatie. Al wordt de voorstelling daarmee wat wijdlopig en onzeker in opbouw, je blijft geboeid kijken.

De titel van Platels voorstelling is ontleend aan een citaat van Marguerite Duras: "Tu peux dire... euh... bonjour madame, comment-allez vous aujourd'hui...il fait beau... il va sans doute pleuvoir etcetera... et ça peut contenir toute espérance du monde et tout son désespoir". Duras verwijst hiermee naar de "poëzie" van het dagelijkse, de onverwachte betekenissen en associaties die opduiken uit het onophoudelijke web van gebeurtenissen en verwantschappen die het dagelijks leven uitmaken. En precies die wil Platel ook op de scène gaan betrappen en er ons gevoelig voor maken. Hij doet dat aan de hand van een tema: wat doet een groep mannen met niets om handen bij elkaar? Wachten op een vrouw natuurlijk! De voorstelling simeert deze mannen ergens op het platteland, rond een waterbak en een kampvuurtje. Meteen het eerste huizenhoog cliché van de voorstelling: het platteland, in tegenstelling tot de stad, als de plaats waar de ware aard, de "onverwachte poëzie" van de mens bovenkomt. Maar met dat onverwachte is wel iets vreemds aan de hand, want vanaf het eerste beeld van de voorstelling weet je al dat er zal gegeten worden rond het kampvuur, dat er een meisje zal opduiken, dat er iemand in de waterbak zal vallen enzovoort.

Nu zou je natuurlijk kunnen bedenken dat precies die extreme voorspelbaarheid het biezondere, van elke danser laat uitlichten. Maar hier ligt de uiteindelijke vergissing van de voorstelling: het materiaal, in dit geal het eigene van de dansers wordt nagenoeg zonder kunstgrepen te grabbel gegooid op de scène. In een ruimte waar alles eigenlijk al per definitie niet "echt" is, en het "echte" er dan ook nogal vals en/of onnozel uitziet, kan je dat niet maken. Zelfs autenticiteit, wat het ook moge betekenen, moet kunstmatig gekonstrueerd worden, wil het op een scène overleven.

Notities

De voorstelling van Kovac was dan ook een verademing. Spread your wings (you clumsy elephant) bestaat uit een reeks korte scènes, nogal disparaat van aard, op muziek van John Zorn. Na enige tijd merk je dat er in de voorstelling een systeem zit dat erg dicht aansluit bij de kompositietechniek van Zorn. Je ziet Kovacs vele malen aan de rand van de scène gehurkt toekijken naar wat de vijf andere dansers, drie mannen en twee vrouwen, aan het uitrichten zijn. Af en toe maakt hij vreemde bewegingen met zijn armen en handen, en dan verandert ook plots iets in de opbouw van de dans.

Nog zo'n vreemd gebruik in de voorstelling zijn de plotse notities die een of meerdere van de dansers maken. Met de regelmaat van de klok breken ook kleine schermutselingen uit tussen verschillende dansers, die steevast aanleiding geven tot een ommezwaai in de opbouw van de dans. In die opbouw ten slotte kan je voortdurend, en vrij duidelijk, frappante verschillen zien tussen ritme en materiaal van de dans bij de verschillende dansers.

De basis-opzet van de voorstelling kan je zo omschrijven als een spel met elementen, bewegingsfrazen en vooral bepaalde kombinaties daarvan die volgens een aantal spelregels gekombineerd worden tot een voorstelling. Binnen die spelregels hebben de deelnemers een grote interpretatie- en improvizatievrijheid, en die kan zelfs zover gaan dat ze de koreograaf buitenspel zetten. De notities die de dansers maken zijn nieuw gevonden stukjes dans die genoteerd wroden voor latere recyclage. Dat is zo ongeveer ook de manier waarop Zorn samen met andere muzikanten komponeert.

Dat levert een voorstelling op met een onverwachte, grillige schoonheid, al zitten er -- onvermijdelijk wellicht -- ook wat inzinkingen in het verloop. De verrassendste momenten komen echter als Kovac zich niet beperkt tot dit spel met beweging, maar echt beelden gaat uitwerken.

In het begin zie je vijf dansers, één gehandicapt door enorme stelten, en één door een ballon aan de voeten, één ingebonden als een reusachtige worst en twee met elkaar verbonden door een web van draden. Vruchteloos worstelen ze om tot een expressieve beweging te komen. Als het licht dooft, zie je dan in het halfduister Kovac machtig molenwieken met zijn armen, een verwijzing naar zijn eerdere solo, How I caught a falcon.

Dadelijk daarna volgt een scène waarin Kovac, opgehangen aan een touw tegen het plafond, plots zijn beklemming overwint en gaat zweven als een vogel rond het touw. De suggestie van bevrijding die van deze scènes uitgaat wordt als het ware in het verdere verloop van de voorstelling gekonkretizeerd in de hommage aan Zorns kompositietechniek. Met de nodige patos, maar dat werkt hier wel, wordt de bevrijdende werking ervan getoond.

Kovac is nog te zien in Kortrijk op 7 december.