"Puntos suspensivos" stelt teleur

De Standaard 22 Oct 1991Dutch

item doc

LEUVEN -- Monica Valenciano, een jonge Madrileense koreografe werd bedacht met een kreatie-opdracht voor Klapstuk '91, nadat Bruno Verbergt, artistiek leider van het festival, een kort stukje van haar gezien had. Het resultaat, Puntos suspensivos stelt helaas teleur. De voornaamste kwaliteit ervan is dat het nagenoeg onversneden demonstreert hoe sentimentaliteit werkt. Vormelijk kan je bij deze voorstelling overigens -- voor wie van genre-afbakeningen houdt -- beter van pantomime dan van dans spreken.

Welk praatje wordt geprezenteerd? Dat van twee jonge meisjes, ergens in hun puberteit. Valenciano zelf is meer het ongeremde dromertje of grappig losbolletje (het zijn clichés, maar zo is dat nu eenmaal), Juana Cordero het opgeschoten, gedisproportioneerde en meer beangstigde meisje. Het moet ze gegeven worden, ze doen dat erg goed. Je herkent zo het gegeven met vele rake typeringen, die dikwijls een (glim-)lach opwekken.

Maar daar zit ook de achillespees van de voorstelling. Tot in de opbouw, met een vrolijk eerste deel (...een lach) en een meer ernstig tweede deel, met gekleurd licht (...en een traan) vind je het waarmerk van de sentimentaliteit. Als, op het einde, Valenciano zich dromerig een toekomstig liefdesgeluk, of iets dergelijks, inbeeldt, dan impliceert het hele prentje al volop dat alles wel in orde zal komen als ze maar genoeg boterhammen met kaas eet.

Het beeld dat ze oproept van de groeipijnen is half, enkel de vertederende kant wordt getoond als een moralistisch zinnebeeld. De halve, cliché-matige waarheid van de sentimentaliteit dus.

Waarheid noch leugens daarentegen bij de koreografie van Dennis O'Connor, een jonge Amerikaan afkomstig van de Cunningham Company, die in de serie korte introdukties 19:15 van Klapstuk 91 voorlopig een absolute uitschieter is.

Hij danst met Joseph Lennon, die hier vroeger nog optrad met punk-dansster Karole Armitage. De komponist, David Linton, van de muziek voor deze voorstelling, "The ostrich (de reiger n.v.d.r.) and the spider are said to hatch their eggs by looking at them" is trouwens ook uit dezelfde hoek afkomstig.

Met het werk van Armitage is bovendien verwantschap te bespeuren: ook O'Connor gebruikt het klassieke bewegingsrepertoire op een vrij ironische manier. Maar niet met dezelfde nadrukkelijkheid. In zijn koreografie wordt voortdurend gespeeld met het opbouwen van poses en symmetrieën die terug uit elkaar vallen, met beweginspatronen die totaal ongelijksoortige bewegingen naadloos aan elkaar zetten als een "cadavre exquis", met patronen ook die net een beetje verkeerd uitgevoerd worden. Een sierlijke sprong waar je het volle gewicht van Lennon in voelt neerkomen op de planken bij voorbeeld.

Het wordt allemaal in grote snelheid uitgevoerd, zonder momenten waar de aktie in een climax openbloeit. Climaxen en eindpunten in een opbouw zijn al telkens weer het begin van iets anders. Virtuoos en intelligent gestruktureerd danswerk, dat eerder dan het werk van Valenciano een plaats had verdiend in de serie "grote" voorstellingen van Klapstuk.