"Julius Caesar" subtiel en zuiver in regie Jan Lauwers

De Standaard 3 Oct 1990Dutch

item doc

BRUSSEL -- Julius Caesar van William Shakespeare werd in de regie van Jan Lauwers voor de Needcompany tot het uiterste uitgebeend. Nevenintriges, grappige en verklarende scènes werden geschrapt en vervangen door een simpele toelichting waar nodig, door Hendrien Adams ingesproken in de mikrofoon.

Historizerende parafernalia werden vervangen door een intrigerend eenheidsdecor: een tekening van marmerplaten in evenwijdige banden, geaderd grijs, zwart en wit, hier en daar ingekerfd met tekeningen van vogels en een jodenster. Lange banken op de achtergrond. Het decor is deel van een groter kunstwerk van Jan Lauwers, maar werkt door de veelheid van interpretatiemogelijkheden erg sterk.

Die openheid is de sterkte van Lauwers' regie. Het drama van vrienden die om uiteenlopende redenen als machtswellust, idealisme of lijfsbehoud, elkaars vijanden worden is niet eenduidig. De motieven en handelwijzen van de protagonisten wijzigen trouwens, hun onderlinge posities veranderen en in zijn scènebeeld zet Lauwers dat letterlijk uit.

Waar dat nodig is, geeft hij zijn -- schitterende -- akteurs de kans om hun konfrontatie voluit aan te gaan. Dat levert een subtiele, doorvoelde lezing op van de twee wereldberoemde redevoeringen van Brutus (Johan Leysen) en Marcus Antonius (Tom Jansen); Brutus schijnt zijn emoties nauwelijks onder kontrole te kunnen houden, Marcus Antonius manoevreert behoedzaam naar zijn opruiende betoog toe, terwijl hij ogenschijnlijk Brutus' instrukties volgt.

Maar zelfs dan blijven de figuren een soort ondoorgrondelijkheid bewaren. Het sterkst is dat het geval voor Caesar zelf. Vlak voor hij, na lange twijfel, toch naar de senaat vertrekt, staart hij minutenlang op een klein verhoogje, spreekgestoelte of offerblok, de zaal in. Een bewegingloze Mil Seghers die als het ware al de betekenissen die aan de figuur van Caesar kleven opzuigt en reflekteert naar de kijker.

Hij is -- willen of niet -- de aanstoker van het drama, de overmoedige heerser, de ijdeltuit, de harde, rechtvaardige bestuurder, de man die de dood in het gezicht kijkt... Lauwers laat je met zo'n beeld zien hoe dit personage doortrokken is door de omstandigheden waar hij in terechtkwam, en daarom uiterst complex. Elke preciezere "tekening" van die figuur zou iets van de tekst onrecht doen.

Aan Shakespeares verhaal voegt Lauwers wel een belangrijke dimensie toe: alle doden, en nagenoeg iedereen sterft in dit stuk, vinden elkaar terug in een kinderlijk hiernamaals waar ze, op hobbelpaarden gezeten, van een vrolijke, speelse vriendschappelijkheid genieten.

Gewoon, gezellig naast elkaar, buiten het gewoel van het leven. Het vormt een vreemd kontrast met de steeds wanhopiger bokkesprongen van de in het strijdgewoel verwikkelde overlevenden. En weer, het is een meerzinnig kommentaar: de machthebbers worden als kinderen op hobbelpaarden voorgesteld, dat is zeker, maar tegelijk wordt de dood hier voorgesteld als een vertrooster, een heler van wonden die het leven in vriendschappen geslagen heeft, en zo kan je doorgaan.

Julius Caesar van Needcompany bewijst Shakespeares veellagigheid alle eer; je moet dan wel bereid blijven om voortdurend mee te interpreteren en je zienswijzen bij te stellen.

Nog te zien in het CVA in Anderlecht (Veeweydestraat) van 3 tot en met 6 oktober om 20 u. 30, en nadien op verschillende andere plaatsen in Vlaanderen, Nederland en Duitsland.