Een lach en een traan, wat wil je nog meer?: "Kras" en "Het meisje dat" door Mij. Discordia

De Standaard 3 Dec 1988Dutch

item doc

Zoals ze al eerder op een perskonferentie aankondigden, plant Maatschappij Discordia voor dit jaar, na de cyclus 19de eeuw, een reeks hedendaagse stukken waar ze zelf schrijfopdrachten voor geven. "Kras" van Judith Herzberg is de opener van de reeks, als toemaatje krijg je er "Het meisje dat" van Albert Blitz na de pauze bij. Toch nog negentiende eeuw dus, in de programmasamensteling tenminste: "Een traan en een lach". Discordia was deze week te gast in 't Stuc.

Centraal in "Kras" staat Ina (Viviane De Muynck), een vrouw in de zeventig die al jaren gescheiden is en leeft in een huis vol kostbare huisraad en kunstwerken, waar ze "ingetrouwd" is. Alleen Do (Jan Joris Lamers), de ongetrouwde oudste dochter, bekommert zich nog werkelijk over haar moeder. Haar drie zoons, druk bezig met hun zakelijke, amoureuze of andere belangen, ziet ze nog nauwelijks.

Tot pp een dag een inbreker in huis kornt, die de hele inboedel overhoop gooit. Dat nachtelijke bezoek wordt steeds weer herhaald, en is de rode draad in de ontrafeling van de motieven die de personages drijven in hun turbulente liefdesleven en affektieve blokkades. Bij elke nieuwe inbraak is er ook een monoloog van Ina, waarbij ze steeds verder ingaat op haar verhouding tegen de destruktieve inbreker, die bijna een bondgenoot wordt in wie ze een bijna vergeten deel van zichzelf terugvindt (en die eigenlijk ook niet anders dan met haar medeweten kan binnenkomen).

De regie is biezonder eenvoudig. In de diepte van het speelvlak staan stoelen voor de acht akteurs (de dader is Ina's man -- Jac Heijer -- en maakt zich na haar dood bekend), de belichting reduceert zich tot een smalle streep licht van bovenaf die valt op een verzameling zilverwerk over de hele breedte van de scène. Bij elke inbraak wordt de hele kollektie met veel gedruis omver gelopen, en als het weer licht wordt, zie je telkens weer andere familieleden met de moeder in ontzetting staren naar de aangerichte schade.

Het is in die lichtstrook ook, opdoemend uit het duister, dat de akteurs de personages laten spreken. Dat geeft een biezonder mooi effekt, vooral als Ina de laatste keer ingaat op haar relatie met de vernieler, en tegelijk over haar gespleten beleving van haar huwelijk. Do duwt haar uit het duister zachtjes vooruit tot het licht net zo over haar gezicht scheert dat ze er plots zeer ziek en afgepeigerd uitziet, en zij fluistert haar nog iets in het oor vooraleer weer in het duister terug te treden.

Hoewel je, zoals steeds bij Discordia (en het inleidend praatje van Lamers terwijl de akteurs het publiek monsteren, verhoogt dat effekt), de scheiding tussen de akteur en zijn personage duidelijk kunt voelen, zit deze voorstelling qua timing en typering zo precies in elkaar dat ze een grote impakt krijgt: de interpretatieve inspanning die leidt tot een inzicht in het drama komt zeer helder over, terwijl de identifikatie met de personages toch net zoveel op afstand gehouden wordt dat de ironische kantjes en de thrillerstruktuur van het stuk niet verzwinden in (mogelijke) melodramatische boventonen.

Een detail b.v.: de akteurs lopen allen op kousevoeten rond, terwijl je je kunt inbeelden dat de vloer vol scherven ligt. Iets wat bijna symptomatisch is voor de manier waarop allen, behalve Mary (Frieda Pittoors), Theo's (Matthias De Koning) vrouw, behoedzaam laveren tussen de scherpe kantjes van het familiale leven.

"Het meisje dat" is een kort stuk over een bijeenkomst bij de weduwe van een kunstschilder (tuk op een opwaardering van het aanwezige linnen, maar verder niet bijster alert) van critici en kollega's kunstschilders. Echt veel heeft het verhaal niet om het lijf; door de wijze waarop de bijeenkomst ontaardt tot een braspartij en de onzinnige rede die William (René Eljon), als criticus afsteekt, terwijl Roos (Frieda Pittoors) steeds nadrukkelijker haar nymfomane reputatie eer aandoet, tot ergernis van haar twintig jaar jongere en weinig scherpzinnige man, Thijs (De Koning), resulteert wel in een superieur soort satire. Waar Discordia zelf trouwens ook, net als het publiek, veel plezier aan lijkt te beleven.

Nog op 9 en 10 december om 20 u. 30 in de Monty te Antwerpen en op 13 en 14 december in Nieuwpoortteater te Gent.