"Cerceau" als een late Tsjechov: Intrigerende kennismaking met Russisch teater

De Standaard 1 Dec 1988Dutch

item doc

BRUSSEL -- Tot vandaag is de Russische "School voor dramatische kunst" op uitnodiging van het Kaaiteater in het Théâtre National te gast met "Cerceau", een stuk van Victor Slavkin. Het taalprobleem werd opgelost door een simultaanvertaling met een klein hoorapparaatje, maar als je ten volle wil genieten van deze toch wel zeer merkwaardige voorstelling, kun je beter de tekst kopen en vooraf lezen. Een inspanning die zeer de moeite loont.

Tot voor enkele jaren was het bepaald ongewoon dat een Russisch gezelschap West-Europa aandeed, en dan zeker een gezelschap dat tot voor kort nauwelijks op enige hulp, laat staan goedkeuring, van het regime kon rekenen. Ook daar lijkt nu verandering in te komen. Het blijkt bovendien dat teater in Rusland nog echt dichte drommen mensen lokt en een betekenis heeft die (politiek) veel verstrekkender is dan bij ons.

"Cerceau" b.v. is zo'n stuk dat een overrompelend sukses kende in Moskou, al gaat het dan niet rechtstreeks over politiek. Maar het teruggrijpen naar het verleden en de desilluzie over de samenleving zijn prominent aanwezig. De ontmoeting met deze "vergeten" teaterpraktijk is een belevenis op zich.

Op uitnodiging van Petoesjok komt een groep veertigers, zijn ex-vrouw, zijn baas, een historicus, een Zweed die Petoesjok toevallig ontmoette, en een jongere vrouw, Nadja, samen in een datsja die hij geërfd heeft van zijn oudtante. De kennismaking met de datsja werkt ontnuchterend: het gebouw is helemaal dichtgetimmerd, vuil en vervallen.

En daar begint de voorstelling: de planken worden weggebroken, de woning langzaam schoongemaakt; en dat lijkt meteen ook symbool te staan voor de situatie van de mensen die we hier zien, die hun herinneringen van onder het stof halen. Petoesjok vertelt dat hij zou willen dat ze allen samen in het huis blijven wonen. En na een aanvankelijk weigerachtige houding beginnen de "kolonisten" zich te installeren.

Er duikt een oude man op, Koka, die het huis van vroeger blijkt te kennen, uit de tijd voor de revolutie. Als Nadja dan verschijnt in een oud kleed dat ze op zolder gevonden heeft, herkent de oude man haar als zijn vroegere geliefde Lizanka. Alle elementen zijn daarmee aangebracht voor het schitterende tweede en derde bedrijf.

In het tweede bedrijf worden brieven voorgelezen van de oude man aan Lizanka en vice versa, en geleidelijk aan, terwijl ze zich beginnen in te leven in de sfeer van de oude datsja, vertellen ook de anderen over hun leven, en vooral over de vele ontgoochelingen die het meebracht.

In sommige scènes ontstaat een melancholie die sterk herinnert aan werk van Tchechov of Gorki, maar de toon is zo mogelijk nog meer gedesillusioneerd, meer cynisch en sarkastisch. In het derde bedrijf vervalt de kortstondige droom van het samenwonen weer tot puin, en het weer dicht timmeren van het huis is zeer aangrijpend.

Regisseur Anatoli Vasiljev heeft elk bedrijf in inkleding en akteerwijze een andere benadering meegegeven. Nu is dat akteren van deze Russen wel even wennen, de aktie en de scenografie (de toeschouwers zitten aan beide zijden van de datsja en kijken erachter ook binnen in de coulissen) en ook de tekst, die bol staat van de zeer lange monologen, getuigen van een manier van teater maken en -beleven die ons min of meer vreemd is. Enerzijds is er een sterk realisme in de zegging van de monologen, maar anderzijds merk je dan ook weer een sterke stilering van de handeling, b.v. in de opstelling van de akteurs.

Soms lijkt de aktie op een opeenvolging van groepsfoto's waarin telkens een figuur uitgelicht wordt terwijl de anderen hun plaats op de achtergrond weer innemen, vooral in het tweede bedrijf dan. Dat eindigt trouwens als in een droom -- gesuggereerd door een doorschijnend gaas dat voor de scène schuift -- waarin de koloniste het vergeten cerceau-spel Opnieuw bovenhalen. Terwijl in het derde bedrijf de mensen dan weer veel individueler verschijnen, en hun emoties ook los van de tekst veel meer laten zien.

Het duurt dus wel even voor je in de sfeer komt. Je ziet ook duidelijk dat deze Russen door de isolatie in het Oostblok blijkbaar een hele evolutie die hier al als oude kost doorgaat, gemist hebben. Het is ook even wennen aan de simultaanvertaling. Maar voor al die moeite word je dan toch ruimschoots beloond met zeer mooie akteerprestaties in een soort laat-20ste-eeuwse Tsjechov die -- ondanks de afstand en de totaal andere wereld waarin het speelt -- je niet onberoerd kan laten.

Nog te zien donderdagavond in Théâtre National, Rogiercentrum. De voorstelling begint om 19 u 30 en duurt tot omstreeks 23 u 30. Het tekstboekje kost 200 fr. en is te koop bij Kaaitheater (tel. 02-514.17.70)