Dood-vervelend: "Baa-de" door Tie Drie

De Standaard 30 Nov 1988Dutch

item doc

BRUSSEL - Zoeken naar originaliteit, de gebaande wegen verlaten en wars van alle clichés experimenteren op de raaklijn van teater en werkelijkheid, kan boeiende perspektievcn openen. Het is echter niet aan iedereen gegeven dergelijk waagstuk tot een goed einde te brengen. De loze lust naar nieuwe vormen speelde ook Tie Drie parten in "Baa-de, bekentenissen uit de onderwereld".

Baa-de, in een regie van de Senegalese Mudra-leerling Ken Kelountang Ndiaye, gaat over de dood. De pogingen om de taboes rond dit onderwerp te slopen, verdrinken in de overvloed aan handelingen en voorwerpen die ernaar verwijzen. Maar er is meer. Het multi-kulturele gezelschap Tie Drie maakt een hutsepot van diverse symbolen uit totaal verschillende sferen en denkwerelden. De groep goochelt te pas en vooral te onpas met een opvallende zwarte lijkkist, met Afrikaanse dansen, met steeds wisselende groepsrituelen tussen een vrouw en de twee mannen die de kist dragen...

Zeer aandachtige toeschouwers merken met een beetje geluk zelfs op dat de vierde figuur op de scène, Eugène Bervoets die er uitziet als een witgekalkt graf, eigenlijk de vervelende dode is. Een pop, die sprekend op hem gelijkt, symbolizeert zijn doodzijn. De aanwezigheid van dit personage, dat afwezig hoort te zijn, weegt zwaar op het spektakel. Die gratuite aan- en afwezigheid wordt verwoord in pseudo-diepzinnigheden, samenvattingen van de hele zaak. De rest van de voorstelling, een chaotisch en weinig akkuraat mengsel van vondsten, glijdt als zand door de vingers van de toeschouwer.

De opzet van het toneel, een rituale creëren over doodsrituelen, gaat volledig de mist in. Men vergat dat een ritueel enkel bestaat bij de gratie van de deelneming eraan. Belangstelling wordt zeker niet opgewekt door ondermaats, oubollig, schreeuwerig akteren en geïmporteerde dansvormen zonder boodschap.