Rona uit Zuid-Afrika

Financieel-Economische Tijd 2 May 2001Dutch

item doc

‘The floating Outfit project’ is het gezelschap dat de Zuid-Afrikaanse choreograaf en danser Boyzie Cekwana (°1970) in 1997 oprichtte met Desire Davids. Tevoren werkte hij als danser bij alle belangrijke Zuid-Afrikaanse dansgezelschappen. Hij ontpopte zich al vroeg ook tot choreograaf en kaapte bijvoorbeeld met ‘Brother, Brother’ de eerste prijs weg op het derde International Ballet and Choreography Competition in Helsinki. Met zijn gezelschap maakte hij achtereenvolgens ‘Like posing pictures with a smile’, ‘Rona’ en ‘Shift’. Die laatste productie was eerst voorzien op het Kunstenfestival, maar Cekwana is voorlopig niet zo tevreden met het resultaat, en komt liever met ‘Rona’.

Je zou dansvoorstellingen kunnen indelen in twee groepen: voorstellingen die gegiechel en ‘onbehoorlijk’ gedrag in de zaal verdragen, er zelfs bij winnen, en voorstellingen die onherroepelijk hun glans verliezen. ‘Rona’ behoort tot die tweede soort, en stond dan ook wat ongemakkelijk voor het woelige publiek van een cultureel centrum tijdens ‘Springdance’ in Utrecht. Zodra je de witgekalkte lichamen van de drie zwarte dansers, Cekwana zelf, Davids en danseres Thabani Sibisi, met een kaalkapje haast onherkenbaar, op het podium ziet is immers duidelijk dat hier een ritueel zal opgevoerd worden dat teruggrijpt naar de diepste emoties van de mens. De dramatische belichting met grote lichtvlakken, de extreem trage bewegingen, de plechtigheid van de gebaren, kortom alle scenische middelen wijzen daarop. Mede door de witgekalkte lichamen lijkt Japanse ‘Butoh’-dans nooit ver weg. Het probleem voor de kijker is dat hij nagenoeg geen enkele sleutel heeft om de beelden te verklaren. Niet het tippelen met hoog opgeheven benen van Sibisi, niet de plotse energie-uitbarstingen als de dansers unisono dansen, niet het gedoe met wierook halverwege de voorstelling. Voor de gemiddelde West-Europese kijker, die het lichaam niet meer als een tempel of de zetel van de ziel ziet, en al helemaal niet meer kan geloven in de waarheid, zelfs niet op de scène, ruikt dit snel naar kitsch, hoe goed het ook gemaakt is. Binnen de Zuid-Afrikaanse context wellicht een veel te voortvarend oordeel. Het toont wel dat multi-culturaliteit een vrome gedachte is die in de praktijk snel op zijn grenzen stoot.